Pagina:WitteHeinrich DriekleurigeViooltje1875.djvu/105

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
87
IN DE „NEUE WELT.”


om hem geheel ten speelbal te maken van oogenblikkelijke gewaarwordingen.

Zoo wandelen ze naar het meer open gedeelte van dezen uitgestrekten tuin, waar een aantal goed onderhouden bloemperken aan een uitgestrekt gazon afwisseling, kleur en leven geven. 't Is hier nog op verre na niet donker, en een zachte schemering geeft een aangename afleiding aan het door al die gasvlammen daarginds min of meer vermoeide oog. Aan het eind van dit gazon staat een houten gebouw, een kermistent, waarin gymnastische vertooningen gegeven, en vóór hetwelk straks, als 't geheel donker is, het vuurwerk zal afgestoken worden; daarheen zijn ze voornemens zich nu te begeven. Onder het voortwandelen blijkt weldra aan Ernst dat zijn gezellin liefhebster is van bloemen, want bij elk perkje, dat slechts eenigszins in 't oog loopt, blijft ze stilstaan.

Inzonderheid echter trekt een perkje met driekleurige Viooltjes hare opmerkzaamheid, en Ernst, haar ter wille wenschende te zijn, plukt er een paar af, en biedt haar die aan.

— Neen, deze niet; die dáár, aan uw rechterhand.