EEN WOORD VOORAF.
Met dit boekje verzoek ik een bescheiden plaatsje in de rij der belletristen. Een klein plaatsje maar, want veel ruimte heb ik niet noodig.
Sommigen zullen misschien met eenige verwondering vragen, wat mij toch ertoe bracht een novelle te schrijven?
Dezen antwoord ik met de woorden van Multatuli: »Hoe, waarom, waaruit (dit verhaal) ontstaan is, zou ik niet kunnen zeggen. De hoofdoorzaak zal wel liggen in aandrang tot scheppen, voortbrengen, vormen..... Waarom zingt de nachtegaal, waarom krast de raaf?" [1]
Ik waag het bovendien te vooronderstellen, dat zij, die mij als schrijver wat meer dan oppervlakkig kennen, zich hierover niet zoo erg zullen verwonderen.
Tot dusverre zette ik, mij hoofdzakelijk bezig houdende met het populariseeren der kruidkunde, slechts nu en dan even den voet op het gebied der belletrie. Warm beminnaar der fraaie letteren van jongsaf, was ik dan vaak geneigd mij
- ↑ Multatuli, Voorbericht bij het drama Vorstenschool . Ideën, IV bundel.