VII.
EEN HOOFDSTUK ALS TOEGIFT.
(dat deze en gene wel ongelezen kan laten).
„Mooi is keus", zeggen sommige menschen; zij, die zich iets deftiger willen uitdrukken, zeggen: „schoon is betrekkelijk". Men kan hetzelfde nog op andere, ook betere wijzen te kennen geven, maar 't komt toch altijd neer, op wat men spreekwoordelijk gewoon is te zeggen: „wat de één mooi noemt, vindt de ander leelijk."—
Maar, onverschillig of men gemakkelijk of moeilijk in zijn keus is; of men een gewonen, een zeer keurigen, of een exentrieken smaak heeft, het driekleurige Viooltje vindt ieder mooi.
Neen, Lezer of Lezeres, ik bedoel hier niet die grootbloemige Engelsche Pensées, waarvan ge in 't voorjaar een pakje zaad kocht, en die later bloemen gaven, zoo groot en zoo rond als een rijksdaalder.