niet meer en niet beter, om volmaakt gezond te zijn.
Men ziet het meer—ook onder ons—dat zij, die weinig, ja, die eigenlijk niets hebben om van te leven; van wie men dikwijls niet kan begrijpen hoe 't mogelijk is dat ze nog blijven leven, veel gezonder, zorgeloozer en tevredener zijn, dan zij die in veel ruimer omstandigheden verkeeren, ja, vaak een atmospheer van opgewektheid om zich heen verspreiden, die weldadig werkt op anderen.—
Weet ge hoe men in Duitschland het driekleurige Viooltje noemt?
Het volk gaf er daar een vreemde naam aan: Stiefmütterchen = Stiefmoedertje.
In den mond der Duitschers leven veel meer sagen, op de planten betrekking hebbende, dan bij ons, en die men bij ons hoort, zijn nog grootendeels van hen overgenomen. De fantasie is over 't algemeen bij ons volk minder levendig, en het is minder gereed om veel, wat eigenaardige gewaarwordingen wekt, in een dichterlijk kleed te hullen. Bovendien, ons volk leeft op verre na zoo innig niet met de natuur als het Duitsche; van daar dan ook dat wij menig liefelijk gedicht, menig schoon, gevoelvol