Pagina:WitteHeinrich DriekleurigeViooltje1875.djvu/156

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
138
EEN HOOFDSTUK ALS TOEGIFT.


brenging van het stuifmeel door insecten uit de ééne bloem in de andere.

Verkeerde men vroeger dan ook in het onzekere omtrent de bedoeling van die nektar afscheidende bloemdeelen, zoo worden ze tegenwoordig als van zeer gewichtige beteekenis beschouwd.

Die nektar bevattende organen hebben, bij verschillende planten, een vaak zeer verschillend voorkomen, maar altijd vindt men ze diep in de bloem, zoodat de insecten dat zoete vocht nimmer kunnen bereiken, zonder in aanraking te komen met de meeldraden of de stampers.—

De kleur der bloemen van ons Viooltje, ook van de in 't wild of in de tuinen onder 't onkruid groeiende, levert nogal verscheidenheid op. Het zoogenoemde Akkerviooltje, dat altijd zeer kleine, licht blauwe, met geel vermengde bloemen heeft, is hiervan uitgezonderd; trouwens dit wordt door velen dan ook als een bijzondere soort beschouwd. De bloemen daarvan zijn echter, gelijk ik reeds opmerkte, zóó weinig in 't oogloopend, dat wij ons aan geen onbillijkheid schuldig maken, als wij 't hier verder buiten beschouwing laten.