onder mijn slechts eenigszins ontwikkelde lezers iemand zou zijn, die niet wel eens gehoord heeft van het kruisen of hybridiseeren van planten. Dit bestaat hierin, dat men het stuifmeel uit een zekere bloem, overbrengt op den stempel der bloem eener andere plant, die tot hetzelfde geslacht behoort, teneinde, uit de later gewonnen zaden, bastaarden of hybriden op te kweeken, die zich hierdoor onderscheiden, dat ze de karakters der beide ouders gemengd vertoonen.
Hadden deze b.v. de ééne roode, de andere witte bloemen, dan zullen die der bastaarden rood met wit gestreept, gevlamd of gestippeld zijn; of, omgekeerd, wit met roode strepen, rooden gloed, enz.
Dat men aan de kennis en een oordeelkundige toepassing hiervan een zeer groot gedeelte onzer meest geliefde tuin- en kamerplanten: Rozen, Dahlia's, Fuchsia's, Camellia's, enz., te danken heeft, zal den lezer evenmin onbekend zijn.
Hoe men 't allereerst aan onze tegenwoordige grootbloemige Viooltjes gekomen is, schijnt twijfelachtig te zijn. Sommigen nemen aan, dat ze het product zijn eener kruising van het gewone