Pagina:WitteHeinrich DriekleurigeViooltje1875.djvu/38

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
20
DE FAMILIE STOLMAN.


Vier of vijf aristocratische families toch kunnen, al hebben deze ook haar vaste plaatsen in de kerk, en al ziet men ze wel eens door het dorp wandelen of rijden, niet tot de eigenlijke dorpsbewoners gerekend worden, daar ze hier slechts tijdelijk verblijven, en dan nog op hare landgoederen, een eindweegs buiten de kom der gemeente, wonen.

Met geen van deze allen hebben wij echter hier iets te maken. Wij wandelen het dorp door, en slaan juist aan het einde daarvan, ter rechterzijde, een zijweg in.

Na op dien breeden zandweg een honderdtal schreden afgelegd te hebben, komen we aan een smalle, zeer goed onderhouden laan, die we, links van den weg afwijkende, willen inslaan. Deze laan is terweerszijden met kloeke Berken bezet, welke in den zandgrond uitnemend groeien; achter deze staan een paar rijen jonge, maar toch reeds krachtige Pijnboomen. Die witte berkestammen steken helder af tegen het donkergroene loof der Pijnboomen; de graskanten, die het pad, juist breed genoeg voor twee personen, begrenzen, zijn zuiver recht afgestoken; het pad zelf is netjes geharkt; in één woord: