gelijk alles wat we hier zien duidelijk genoeg aantoont.
Het uitzicht uit het huis is zeer fraai. Over een uitgestrekt gazon, veel frisscher dan wij 't hier zouden zoeken, ter linkerzijde begrensd door de laan, die wij daareven opgekomen zijn, ter rechterzijde eveneens door twee rijën Pijnboomen en een rij Berken, komt maar even als een gele streep, de zandweg te voorschijn, terwijl men daaroverheen het gezicht heeft op een boekweitveld, met een rogge-akker er achter, en het gezicht eindelijk stuit tegen het dichte geboomte van een der bovenvermelde landgoederen. Boven dit geboomte steekt het met lei gedekte torentje van het huis of het kasteel uit; precies hoog genoeg dat de Heer Stolman aan den vergulden windwijzer, die erop staat, kan zien hoe de wind is, wat hij dan ook geregeld elken morgen doet, en tot welk einde hij zelfs voor 't raam zijner slaapkamer een kleinen kijker zoo bevestigd heeft, dat hij er, nadat hij zijn gordijn heeft opgehaald, onmiddellijk dien windwijzer door in 't oog krijgt.
Vlak vóór 't huis ligt een rozenperk, en daar-