V.
IN DE „NEUE WELT."
Het ruime station van den Westbahn is er goed op ingericht, om met vertrekkende vrienden nog een poos gezellig samen te zijn. Dáár had Ernst zijn vrienden op een afscheidsdiner genoodigd, waaraan, behalve de reeds genoemden, nog een paar andere jonge Weeners, met wie men kortelings had kennis gemaakt, deelnamen.
Dat het daar dapper toeging, vooral toen de Champagne in de glazen tintelde, en de ééne heildronk op den anderen volgde, kan niemand verwonderen en niemand zal 't laken. Die laatste oogenblikken wil men niet stil en vervelend, men wil ze vroolijk, liefst zelfs wat opgewonden doorbrengen; ze moeten lang in aangename herinnering blijven.
Het kort op handen zijnde vertrek van den trein maakte er echter vroeger een einde aan, dan men gewenscht had, en bij de laatste toast beval Dal-