Pagina:WitteHeinrich DriekleurigeViooltje1875.djvu/96

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
78
IN DE „NEUE WELT.”


den verkeeren dat hij naar de stad was gegaan, en zonder hem zouden vertrekken. Op deze wijze zou hij hen dan als bij ongeluk misloopen.

Zijn berekening kwam echter verkeerd uit, want een hunner kwam hem in de Machinenhalle opzoeken. Deze wilde hem bovendien in vertrouwen vertellen, dat hij er met veel moeite achter was gekomen, waar die prachtige figuur, die ze gisteren in den Volksgarten hadden gezien, en die Ernst toen zoo in opgetogenheid had gebracht, thuis behoorde, en dat hij ten overvloede wist waar ze dezen avond zou te vinden zijn. Ja, hij had nog meer voor hem gedaan; hij had haar zoeken te spreken, 't welk hem heden op de tentoonstelling gelukt was, en ze had niet onduidelijk te kennen gegeven, wel genegen te zijn om met dien jongen, braven Hollander—waarmee hij Ernst bedoelde—kennis te maken.

Hij had zich daarvoor veel moeite getroost, en nu zou het toch al zeer ondankbaar van Ernst wezen, zoo deze hem al die moeite voor niet had laten doen. Ook, aldus redeneerde hij voort, had Ernst uit beschroomdheid of uit vroomheid, dit wist hij niet uit te maken, nog met geen der Weener schoonen meer vertrou-