Pagina:WitteHeinrich DriekleurigeViooltje1875.djvu/97

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
79
IN DE „NEUE WELT.”


welijk kennis gemaakt; over een paar dagen zou hij door zijn plaatsvervanger te zeer op de vingers gekeken worden, terwijl de gelegenheid zich thans als aan hem opdrong. 't Zou bovendien een prachtig feest zijn, van avond in de „Neue Welt," te Hietzing; kortom, Ernst moest mee, daar was nu eenmaal niets aan te doen; nog een paar dagen, en hij mocht al zijn gedachten weer bepalen tot hefboomen, raders, schroeven, enz; nu echter behoorde hij nog aan zijn vrienden.

Ernst ging mee. Eerst naar zijn kamer, om zich wat te kleeden. Hij haalde toen een portefeuile voor den dag, die hem tot hiertoe steeds heilig was, en dit ook behoorde te blijven; nam er eenige banknoten uit, stak die in zijn brieventasch, en weldra zat het viertal in een gemakkelijk rijtuig, en ging het, naar Weener gewoonte, in vliegend galop, op Hietzing af.—

Wel was 't Ernst nu en dan als drukte er een zware last op zijn gemoed; wel voer er nu en dan een zenuwachtige rilling door zijn leden, maar toch, 't wàs waar: hij moest het leven eener wereldstad ook van die zijde leeren kennen; hij moest nú zijn beschroomdheid overwinnen, zoo hij niet wilde dat