Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/106

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
90
NATUUR EN KUNST IN DE TUINEN.

zou mogen hebben in onze tuinen als een beeld van steen.

In een zuiveren landschapstuin zouden ze echter een te schreeuwend contrast vormen met de omgeving.—

Ik kan deze vluchtige beschouwing hier wel eindigen; ten slotte echter nog een korte opmerking:

Men bracht in den laatsten tijd de zoogenaamde tapijt- of mozaïekbedden in de mode.

Daar is veel tegen in te brengen, maar er is ook wel iets vóór te zeggen.

Ze maken een onderdeel uit van den renaissance stijl, gewijzigd naar onzen smaak en in overeenstemming met de planten, die tegenwoordig algemeen gekweekt worden.

Met den echten landschapstijl zijn ze onvereenigbaar; ze vloeken daartegen. Maar in onze gewone tuinen of buitenplaatsen is er veelal wel een gedeelte, b.v. in de nabijheid van het huis, mede in overeenstemming te brengen, en wanneer ze dan goed uitgevoerd en goed onderhouden zijn, missen ze niet een vroolijken, opwekkenden indruk te maken.

Dat men dit vaak wenscht, pleit sterk voor de renaissance tuinen. Die toch waren juist dáárop berekend, dit doel was het hoofddoel, eigenlijk het eenige hetwelk men wenschte te bereiken.

En wanneer men nu, zonder er aan te denken, op die wijze indirect de waarde daarvan erkent, zal men toch wel willen toestemmen dat die waarde niet zóó denkbeeldig is, als velen ons zouden willen doen gelooven.