Naar inhoud springen

Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/112

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
96
BOOMEN IN DE STEDEN.

Is de tuin groot, dan kan men er enkelen, van welken men weet dat ze die vrijheid niet zullen misbruiken, aan hun lot overlaten. Een zware Kastanjeboom, een Plantaan, ook een Iep en meer anderen maken, geheel aan zich zelf overgelaten, een prachtig effect, mits ze ruim staan; maar zie dan ook eens wat een ruimte zij reclameeren.

Dit gaat niet in tuinen van middelmatige grootte en nog minder in de steden, tenzij een enkele midden op een groot plein msischien.

Of ik nu hiermee wil zeggen dat men alle boomen en alle heesters naar hetzelfde model moet knippen en scheren?

Volstrekt niet; dit begrijpt men ook wel beter. De uitersten liggen hier trouwens ver van elkaar af, en die met overleg te werk gaat, zal van zelf wel begrijpen dat hij zich daarbij naar bijzondere toestanden moet regelen, en zich niet van de wijs laten brengen door de jeremiaden van betweters, waaraan tegenwoordig geen gebrek is.