Naar inhoud springen

Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/117

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
101
DE ROOS VAN VIJFDUIZEND DOLLARS.

is, en zij, alvorens zelf hare bepaalde meening te uiten, er in dit jaar betere bloemen van wenschte te zien dan in het vorige.

Hierbij nu moet echter niet uit het oog verloren worden, dat het toch voor Fransche kweekers wel wat erg was: een fraaie, roode Theeroos.... in Engeland gewonnen!

Ik houd mij niet genoeg met Rozen bezig, om vrijheid te hebben mij een vergelijkend oordeel over deze bloem aan te matigen. Als ik haar dus beoordeel, beschouw ik haar op zich zelf, en ben ik daarbij zoo objectief mogelijk.

Welnu, die bloem trekt allerminst de opmerkzaamheid door hare grootte, en toch teekent zij zich als iets bijzonders.

Ik zag verleden jaar, zoowel op de Covent-garden markt als bij de marktkweekers te Londen, honderden bloemen van de Niphetos, die daar, om den gesloten vorm, bij voorkeur voor snijbloemen gekweekt wordt, terwijl men bovendien nog zorgt dat de binnenste bloembladeren niet kunnen afwijken, door er in de kas tijdig een draad om te binden.

Bij de beoordeeling van de W.F. Bennett werd door verschillende berichtgevers op hare gelijkenis in vorm met de Niphetos gewezen, en voor dat ik dit las, maakte de bloem op mij geheel denzelfden indruk.

Dit zal dan ook wel een der voorname redenen geweest zijn, waarom mad. Evans zich van het eigendomsrecht dezer Roos verzekerde, daar ze voor haar doel zeker bij uitnemendheid geschikt is.

De kleur is eenvoudig zeer schoon, 't is zacht karmijn, met een licht paarsen gloed; eigenlijk een kleur die moeilijk te omschrijven is. De geur is allervoortreffelijkst.

Als men de bloem ziet, maakte ze op het eerste gezicht als Roos slechts een middelmatigen indruk; maar weldra