Naar inhoud springen

Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/151

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
135
EEN AARDIG VERSCHIJNSEL.

wordt ze in Peru Molle genoemd, welke volksnaam door Linnæus, toen hij dezen boom in zijn Species plantarum beschreef, als soortnaam werd overgenomen.

Vandaar dat men dit woord in dit geval met een hoofdletter behoort te schrijven, gelijk dan ook trouwens steeds het gebruik is; van daar ook het anders vreemde verschijnsel, dat achter een mannelijk woord een (schijnbaar) adjectivum wordt geplaatst met een onzijdigen uitgang; vandaar eindelijk dat een term, die gewoonlijk gebezigd wordt om iets aan te duiden dat lenig of zacht op het gevoel is, in dit geval dient voor een plant die volkomen onbehaard, en waar overigens niets zachts aan is.

Men mag hier eenvoudig niet denken aan het mollis of molle, dat vaak in de botanische kunstspraak voorkomt, maar moet het, gelijk reeds gezegd is, beschouwen als een eigen naam. —

Vanwaar nu het opmerkelijke verschijnsel, dat de blaadjes, als ze op het water geworpen worden, gewoonlijk, en soms een geruime poos aaneen, in beweging zijn?

Als men er zeer nauwkeurig op let en een scherp gezicht heeft, dan kan men die oorzaak gemakkelijk waarnemen.

Door het afbreken van het blaadje is natuurlijk een wond ontstaan, en nu ziet men, na korte tusschenpoozen, uit die wond een straaltje geelachtige olie met kracht te voorschijn komen, als werd die er met heftige schokken uitgespoten. Daar die olie in het water tegenstand vindt, is het natuurlijke gevolg hiervan dat het blaadje een eind vooruit gestooten wordt. Heeft men er nu een zeker aantal van op het water geworpen, dan zijn er altijd enkele die oogenblikkelijk stil liggen en andere die vooruitspringen, waarbij het heele troepje in een kringvormige beweging is. Vooral in den zomer is die beweging zeer sterk; toen ik het een week of