Naar inhoud springen

Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/197

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

DE KERKHOVEN.

 

 

 
en onsmakelijk onderwerp, denkt allicht deze of gene, en juist deze opwellende gedachte brengt mij terstond tot het zoogenoemde hart der kwestie.

Een kerkhof heeft naar ons begrip, over 't algemeen althans, zoo al niet iets terugstootends, dan toch zeker niets aantrekkelijks.

Naarmate men ouder wordt, naarmate het getal dergenen, die wij liefde en vriendschap toedroegen, en die daar nu in een beperkte ruimte ter eeuwige rust zijn neergelegd, grooter wordt, zoodat de plek dáárom aantrekkelijkheid voor ons krijgt, wijl er vele dierbare herinneringen aan verbonden zijn, mag dit eenigszins veranderen, het blijft toch waar dat onze kerkhoven als zoodanig niet geschikt zijn om door hun voorkomen ons tot een bezoek als uit te noodigen. Juist het tegenovergestelde is het geval.

Nu zijn wij daaraan zoo gewoon geraakt, dat we niet beter weten of het behoort zoo. Volgens onze opvatting—men zou ten minste genoopt zijn het te denken, al meenen we