Naar inhoud springen

Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/251

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 

PLANTENBESCHERMING.

 

 

 
lweer wat nieuws", pruttelt Nurks, groote rimpels vertoonen zich op zijn voorhoofd, zijn knevel raakt in zenuwachtige beweging, een zeker bewijs van ontstemming, en hij zit op zijn stoel onrustig heen en weer te schuiven, hetwelk voor die hem kennen een teeken is, dat men hem dien dag maar weinig in den weg moet leggen of de bom breekt los, om schrik en ontsteltenis in 't rond te verspreiden.

— Lees je iets dat je niet bevalt, lieve, zegt zijn vrouw zoo lief mogelijk, een poging willende doen om de opkomende donderbui af te leiden.

— Hm! 't Is me een boel tegenwoordig.

— Is de oorlog dan......

— Wat oorlog! Daar praten ze over of 't niemendal beteekent; duizenden en tienduizenden op te offeren aan wat men de nationale eer noemt, een quasi-eer, die de natie zelf volkomen koud laat, omdat men heel goed weet dat men er slechts de eerzucht van enkelen door heeft te verstaan. Ze bevorderen, beloonen en bekronen de uitvinding van vernielingswerktuigen, ofschoon ze weten dat ze daarmede het