Intusschen verdwijnen ze stuk voor stuk, de één na de andere van de plateaux en de berghellingen, welker fraaiste sieraad zij uitmaakten.
Dit bracht eenige-mannen, bewonderaars van de rijke en zoo bij uitstek schoone bergflora, er toe, pogingen aan te wenden, om aan deze vernielzucht paal en perk te stellen.
Maar het hierboven medegedeelde is nog het ergste niet.
Gelijk men weet zijn de Alpinen (zoo noemt men kortheidshalve de karakteristieke alpenplanten), tegenwoordig in Engeland zeer gezocht. De ware liefhebbers, die ze met veel moeite en zorg tot uitgebreide collecties vereenigen, zijn daar zeer talrijk, en nog talrijker de soi-disant liefhebbers, die ze willen hebben uit zucht tot navolging, en tot elken prijs in het bezit willen komen van wat maar eenigszins op den naam van zeldzaam aanspraak maakt. En het zijn voornamelijk deze laatsten, die in het hier bedoelde opzicht veel kwaad doen (hoe voordeelig ze ook voor de kweekers zijn), omdat aan hun behoeften en begeerten geen einde komt, wijl die soorten, die eenige kennis en bijzondere zorg vereischen, geregeld weer bij hen verdwijnen.
Die groote sleep van meerendeels goed betalende liefhebbers heeft natuurlijk het gevolg gehad dat sommige kweekers zich op groote schaal met den handel in Alpinen zijn gaan bezig houden.
Ware dit nu alleen met het kweeken ervan geweest, het zou zeker een verblijdend verschijnsel zijn, maar het ging en gaat anders. Ze hebben op en tusschen het gebergte wonende lieden weten op te sporen, die weten waar de zeldzaamste soorten in menigte groeien, die dezen voor hen verzamelen en met kisten vol overzenden.
Dat daar minstens de helft van verloren gaat is een bekend