Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/49

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
33
EEN GRIL VAN DE NATUUR.

dus niet, om het plezier te hebben gedurende eenige dagen bloeiende Hyacinten vóór mij te hebben, maar omdat er iets bijzonders aan te zien is.... aan één ervan althans, terwijl de beide anderen er als getuigen bij staan.

Alle drie behooren ze tot dezelfde variëteit, de oude bekende Baron van Tuyll.

Er zijn drieërlei Baron's van Tuyll (ik bedoel altijd onder de Hyacinten): een enkel roode, een enkel witte en een enkel blauwe.

Ik heb thans hier vóór mij de beide laatsten; de derde is een overloopster van de ééne groep naar de andere; de roode heb ik op 't oogenblik niet.

Nu beweert men dat ze alle drie van één oorsprong zijn, en dat de witte en de roode uit de blauwe ontstonden, en wel, als ik mij niet vergis, niet uit zaad, maar uit de bollen.

Somtijds gebeurt het, dat in een partij blauwe Baron's van Tuyll een of meer zuiver witte gevonden worden. Deze zijn dan zelfs aan den bol te herkennen, die blank is bij de witte en donkerpaars bij de blauwe.

Men is dan gewoon te zeggen dat de blauwe in de witte verloopt, terwijl deze later bij vermenigvuldiging standvastig blijft.

Maar nu mijn derde bloemsteng.

Deze is niet zoo sterk ontwikkeld, daar ze van een jongen, tweejarigen bol afkomstig is; de bloemen staan wijder uit elkaâr en zijn dus veel minder talrijk, maar komen overigens in vorm en grootte volkomen met de beide anderen overeen, tusschen welke mede geen ander in 't oogloopend verschil herkenbaar is dan in de kleur.

Nu is het echter juist door de kleur dat zich de bloemen

3