Naar inhoud springen

Pagina:Witte 1888 Wilde rozen.djvu/88

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

NIEUW LICHT.

 

 

 
k kan mij met geen mogelijkheid voorstellen, dat, zoo het iemand gegeven ware, een veertig of vijftig jaren na zijn overlijden weer een kijkje te nemen op de aarde, inzonderheid daar waar hij leefde, waar hij thuis was en zich gelukkig gevoelde, ik kan mij, zeg ik, niet voorstellen dat hij, hoe ongaarne hij ook van het wereldtooneel aftrad, dan den minsten lust zou gevoelen er weer te blijven, zoodra hij bemerkte—en dat zou hij zeer spoedig—dat hij volslagen vreemdeling was geworden, niet alleen onder de dán levenden, maar ook in de dan heerschende toestanden. Maar toch zou ik wel eens willen weten welk een gezicht wij wel zouden zetten een halve eeuw na onzen dood, bijaldien inmiddels alles zijn gang was gegaan, op de wijze waarop dit in de laatste kwart eeuw het geval was.

Hoe geheel anders liep het leven een dertig jaren geleden dan thans! Wèl hoorde men ook toen nu en dan van een nieuwe uitvinding, maar meestal haalde men er de schouders voor op, en jaren waren er noodig, aleer de massa zich kon