FINANCIEEL OVERZICHT. Van 29 Juli tot 4 Augustus.
Eene min of meer vaste stemming was aan de effectenbeurs ook in de afgeloopen week heersohende; belangrijke verbeteringen deden zich wel is waar niet voor, doch de koopers hadden de overhand, waardoor de prijzen zich goed bevestigden of eene fraetu; vooruitgingen; zoo sluiten 5 pCt. Russen Anno '187/. en 1873 % pCt. hooger, 41/3 pCt. Anno '1875, 7/8 pCt. hooger ; beide soorten Metallieken verbeterden l/g pCt. Van de verkochte groote partijen 5 pCt. Russen 1872/73 moet nog veel worden geleverd, hetgeen tot moeielijkheden tusschen de koopers en verkoopers aanleiding geeft. Gedeeltelijk vindt de trage levering iijn oorzaak in gebrek aan kleine stukken op de Londensche markt; gedeeltelijk ook omdat te Londen eene contramine in Russen schijnt te bestaan. Het is gewis onaangenaam, wanneer men eene maand of langer op de levering van gekochte stukken moet wachten, doch men kan de verkoopers iv dit gev?J daarvoor niet geheel aansprakelijk stellen, omdat zij van de levering te Londen afhankelijk zijn en zelven gaarne eene spoedige levering zouden wenschen. Wij gelooven niet, dat op onze markt eenige noemenswaardige contramine in Russen bestaat. Egyptische fondsen, waaromtrent n-.euwe plannen van schuldregeling in aantocht schijnen te zijn, verbeterden, mede op nieuwe berichten aangaande de naar omstandigheden redelijk welvarende Egyptische financiën, ongeveer 4 pCt. De markt in binnenlaiidsche fondsen leverde al zeer weinig belangrijks op. Nederlandsche Staatsfondsen volgden de aigemeene markt en sluiten eene kleine fractie hooger. in onzebeschouwing der vorige week over eene eventueele conversie der Nederlandsche Staatsschuld is eene drukfout geslopen; er stond »eenc vermindering in de som voor rente benoodigd en eene vermeerdering in het kapitaal der Staatsschuld»; dit laatste moest zijn: «en eene vermindering in het kapitaal der Staatsschuld.» Brengen wij thans onze gedachten onder cijfers, dan verkrijgen wij bij eene globale berekening de volgende resultaten. De bestaande/92 millioen worden, voor zoover het de Certificaten betreft, geconverteerd in 3 pCt. nieuwe algemeene schuld. Tot aflossing der 4 pCt. is noodig/'lB3 millioen ; eene conversie der 21/ p pCt. in 3 pCt. Algemeene Schuld, met bijbetaling van '15 pCt., zou opbrengen ruim ƒ 95 millioen. Dit bedrag te bezigen tot aflossing der 4 pCt., dan blijft over f 88 millioen tot aflossing der resteerende 4 pCt., te vinden door uitgifte van nieuwe 3 pCt. Tegen den koers van 80 pCt. zouden daartoe moeten worden uitgegeven ƒ 110 millioen nieuwe 3 pCt. Algemeene Schuld, waardoor eene vermindering van f 73 millioen zou ontstaan in de hoofdsom der Staatsschuld. De rente onzer Staatsschuld bedraagt, volgens de bovengenoemde cijfers van de 21/3 pCt., 3 pCt. en 4 pCt., thans ruim ƒ 26 millioen, welk cijfer door de bedoelde conversie zou dalen tot f 25,200,000; eene jaarlijksche besparing dus van ƒ 800,000, welke, tot jaarlijksche amortisatie van schuld gebezigd, den beursprijs der nieuwe 3 pCt. Algemeene Schuld in ieder geval zou verhoogen en de kans van slagen van zoodanige conversie doen toenemen. Eene bijbetaling van '15 pCt. op de Integralen, waardoor 1,2 pCt. meer rente wordt verkregen, zal velen onzer lezers waarschijnlijk onuitvoerbaar toeschijnen, doch wij voor ons gelooven het tegendeel. Bij aflossing der 4 pCt. toch, zullen de 3 pCt. zeer zeker in waarde stijgen, en daardoor het verschil in prijs tusschen de 21/2 en de 3 pCt., thans 12 pCt., zeer gemakkelijk totlSpCt. kunnen klimmen. De houders van 21/3 pCt., van de conversie gebruik makende, zouden dan tevens directe Obligatien van het Gouvernement ontvangen, waarvan de halfjarige coupons zonder korting worden betaald.
In de vergadering vau Spaansche fondsenhouders, alhier in de afgeloopeu week gehouden, werd besloten toe te treden tot de conversie, zooals die thans door het Spaansche Gouvernement is bepaald. Het Comité zal thans nog trachten te verkrijgen, dat de conversie der achterstallige coupons ook te Amsterdam geschiedt, terwijl verder zal worden aangedrongen op het betaalbaar stellen der coupons ook te Amsterdam. Aan ijver heeft het 't Spaansche Fondsenhouders-Comité niet ontbroken, doch het werd zeer slecht gesteund door de Nederlandsche belanghebbenden bij Spaansche fondsen, en daaraan schrijven wij voornamelijk den weinigen invloed toe, welken het Comité heeft kunnen uitoefenen. Waarschijnlijk was slechts een zoo klein bedrag op de eerste vergadering vertegenwoordigd, uit vrees dat eene kleine geldelijke bijdrage zou worden gevorderd. De Columbianen liepen l/s ii -'n pCt. terug. Oude Mexicanen retireerden l/a pCt., terwijl ook Venezuela's beneden de slotkoersen der vorige week blijven. 6 pCt. Amerikanen van 1881 daalden l/j pCt., en de 6 pCt. van 1885 1/4 pCt; de 5 pCt. van 1871 daarentegen verbeterden i/g pCt. In de Amerikaansche Spoorwegmarkt bleef de gunstige stemming voor solide Obligatien aanhouden, waardoor dej prijzen 1/4 a 1 pCt. verbeterden. Missourri Kansas & Texas Obligatien werden, aanvangende 31 Juli, ex de vier achterstallige coupons verhandeld. De eerste coupon is reeds geannonceerd, betaalbaar na aftrek van l/g pCt. kosten voor ééns, met ƒ36,05. Coupon N". 3 zal vermoedelijk betaald worden met ongeveer ƒ49, terwijl de coupons N°. 2 en 4 te zamen voor ƒB5 i ƒ9O.— aan de beurs zijn te verkoopen. De vroeger bestaande groote differentie tusschen Certificaten en' Obligatien is thans geslonken tot 1/4 a l/g pCt. Poor's Manual van de Spoorwegen der Vereenigde Staten, jaargang 1876/77, een lijvig boekdeel van 904 bladzijden, geeft ons gelegenheid de resultaten van het afgeloopen jaar nader te beschouwen. In 1875 kwamen 1917 mijlen nieuwe spoorwegen in exploitatie, tegen 2058 in 1874, 4195 in 1873, 6167 in 1872 en eindelijk het hoogste cijfer 7670 mijlen in 1871. Het aantal mijlen spoorwegen, thans in de Vereenigde Staten in exploitatie, is 74.658. In 1866 was het 36.827, eene verdubbeling dus in 9 jaren tijds. In 1875 bedroeg de kapitaal-rekening (Aandeelen, Obligatien en andere schulden) / 4.658.208.630 ; de bruto- ontvangsten waren / 503.065.505, netto jj 185.506.438: aan dividend werd betaald / 74.294.208, tegen / 67.042.942 in 1874. De bruto-ontvangsten van het goederenvervoer waren / 363.960.234, van het personen-vervoer/ 139.105.271. In vergelijking met 1874, verminderden de bruto-ontvangsten met /17.000.000, de netto-ontvangsten met / 4.000.000, doch niettegenstaande dat, werd jf 7.000.000 meer als dividend op de Aandeelen uitgekeerd, hetgeen voornamelijk veroorzaakt werd door het betalen van meer dividend op de Aandeelen van de Union en Central Pacific. Poor vooronderstelt, dat de constructie van nieuwespoorwegen, althans vooreen groot aantal jareu, in de toekomst zich niet bijzonder zal uitbreiden. Twee of drie duizend mijlen, zegt hij, zullen waarschijnlijk jaarlijks worden bijgebouwd. De vooruitgang in de toekomst moet gelegen zijn in vermindering van de kosten van transport, niettegenstaande de kosten van vervoer al reeds belangrijk zijn verminderd, zoodat goederen thans over 1500 mijlen worden vervoord voor dezelfde som, welke vóór 25 jaren betaald werd voor het vervoer over 500 mijlen. Zulk eene vermindering is van het grootste belang wegens de uitgestrektheid van het land. De toekomst der spoorwegen ziet Poor niet duister in; hij zegt daarvan het volgende: «Door welke tijdelijke tegenspoeden onze spoorwegbelaugen ook mogen lijden, zij zijn te nauw verbonden aan alle handelsondernemingen en ontwikkeling van het land, om lan"- in den gedrukten toestand te kunnen blijven waarin zij de laatste twee jaren verkeerden. Over een tijdvak van 20 jaren ziju de ontvangsten uit hunne exploitatie vermeerderd, naar deu maatstaf van Jf—.50 per hoofd en per jaar ; en daar de. bevolking jaarlijks met 1 millioen toeneemt, is het gemakkelijk in te zien, dat zelfs in de minder productieve en dunner bevolkte streken, de thans in exploitatie zijnde spoorwegen spoedig, wat hunne exploitatie betreft, eene gunstige vergelijking zuüen aantoonen met die van de andere eu beter bevolkte Staten." WETENSWAARDIGHEDEN.
Eene bladzijde uit Peschels Volkenkunde,
door
A. W. Stellwagen.
II.
Verplaatsen we ons thans van Australië uit naar ’t westen, over een afstand van ongeveer een derde van den omtrek der aarde, dan komen we in Zuid-Afrika. En wat blijkt ons hier? Dat Kaffer-vorsten, eer zij ten strijde trekken, vóór de oogen hunner mannen, wier moed zij daardoor niet weinig prikkelen, eenige lompen, een speerschaft, een tabaksdoos of iets dergelijks verbranden, dat zij zich uit de bezittingen hunner vijanden
