Naar inhoud springen

Petrus Herman Scheltema/Ingezonden stukken

Uit Wikisource
Ingezonden stukken
Auteur(s) Red., Z.[eger] Gulden en J.L.B. Keurschot
Datum Zaterdag 19 mei 1906
Titel ‘Ingezonden stukken’
Tijdschrift De Opmerker
Jg, nr, pg 41, 20, 156-157
Genre(s) Proza
Brontaal Nederlands
Bron [1]
Auteursrecht Publiek domein

[156]

156

[...]

Ingezonden stukken.

      Het volgend adres werd ons ter plaatsing toegezonden met verzoek, er zoo mogelijk een woord van aanbeveling aan toe te voegen.

[auteursrechterlijk beschermd]


[157]

157

[auteursrechterlijk beschermd]

      Is het nog noodig een woord van aanbeveling hieraan toe te voegen? Het schijnt wel zoo, want ware het niet zoo, dan zou men er waarschijnlijk niet aan gedacht hebben een adres als het bovenstaande rond te zenden.
      Er valt niet te twijfelen aan de juistheid van hetgeen erin staat, n.l. dat van de opzichters en teekenaars in particulieren dienst nog maar zeer enkelen genieten van een jaarlijkschen vacantietijd. Dit is treurig, vooral omdat men daaruit geen andere conclusie kan trekken dan deze, dat nog maar zeer enkele werkgevers weten, wat hun ondergeschikten in billijkheid toekomt, of zoo zij het weten, in staat zijn aan hun ondergeschikten te geven wat hun toekomt. Als de heeren er maar eens een proef mede willen nemen is al veel gewonnen, want dan zal zeker blijken, dat de bezwaren der meerderheid niet onoverkomelijk zijn. Zij weten toch zelf ook wel, dat de boog niet altijd gespannen kan zijn, ook niet bij jongelieden, al vergen deze in den regel meer van hun krachten dan ouderen.

RED.