Plantenschat/145
← Vlasbek — Linaria vulgaris | Plantenschat (1898) door F.J. van Uildriks en Vitus Bruinsma | Boerenwormkruid — Tanacetum vulgare → |
Uitgegeven in Groningen door P. Noordhoff. |
Zwarte nachtschade.—Solanum nigrum.
Wat nederiger dan 't Bitterzoet en zeer bescheiden van voorkomen is deze witbloemige Zwarte nachtschade. Naar de kleur zijner vruchten, de glanzigzwarte kogelronde tweehokkige bessen, draagt dit langs bouwland en op ruige plaatsen algemeene plantje zijn naam. De bloemkroon is kleiner dan die van de houtige Elfrank, maar keurig mooi staan ook hier de vijf witte iets behaarde slippen uit tot een sterretje, dat het hooge gele en hooggele meeldradenkegeltje omhoog heft. Ga vooral met uw loupe zoo nauwkeurig mogelijk die vijf, een weinig met elkander samenhangende helmknoppen na, dan ziet ge duidelijk, hoe op den top elk helmhokje een rond openingetje vertoont, de porie, die aan 't stuifmeel den uitweg opent. Veel stuifmeel maakt de plant niet en honig heeft ze ook zoo goed als niet aan de insecten te presenteeren, maar toch weet ze haar aardige vruchten best te doen rijpen, want meestal vindt ge een massa eerst groene, later zwarte besjes hangen aan de sierlijke schermvormige trossen. Niet door de zwaarte hangen die bessen neer, want ook reeds bij de knopjes valt deze houding op te merken; de gemeenschappelijke bloemsteel groeit echter na de vruchtzetting nog vrijwat uit.
Let er eens op, hoe die steel niet uit een bladoksel, maar tusschen de bladeren uit den stengel te voorschijn komt; zoo'n soort van nonchalance of afwijking van den normalen regel, als we ook in de grootte der onregelmatig getande, bochtige, in den steel versmalde donkergroene bladeren vinden, die verspreid staan, maar boven soms paren vertoonen van een grooter en een kleiner blad; de aardige oortjes van Solanum dulcamare komen hier niet voor. Bij 't aanvoelen zijn de bladen ruw, wat door de nog duidelijk zichtbare verspreide, naar binnen gekromde witte haartjes erop wordt veroorzaakt; die zijn ook op den eigenaardig scherpkantigen stengel te vinden.
De kelk, die bij zoovele Solaneeën met de vrucht meegroeit, blijft hier wel met zijn vijf lancetvormige slipjes tegen de bes aangedrukt, maar laat die laatste sterk boven zich uitgroeien. Er komen variëteiten voor met gele en groene bessen, die ook, gevaarlijk zijn voor snoepgrage kinderen en menschen, maar misschien in mindere mate, al zijn ze even vergiftig, daar immers juist zooveel eetbare bessen donkerblauw of zwart zijn.
[ 145v ]