Plantenschat/90
← Zandklokje — Jasione montana | Plantenschat (1898) door F.J. van Uildriks en Vitus Bruinsma | Dauwbraam — Rubus caesius → |
Uitgegeven in Groningen door P. Noordhoff. |
Bitterzoet.—Solanum dulcamare.
Deze Solanee is tamelijk groot en forsch en met zijn houtigen, vaak klimmenden stengel moet de plant tot de heesterachtige gewassen worden gerekend, al vindt ge de bloempjes ook wel laag bij den grond aan tengerder plantjes. Aan de groene bladen valt al dadelijk een aardige vormbijzonderheid op te merken; de bovenste zijn namelijk geoord; ze hebben aan hun voet een paar losse op zij uitstaande bijblaadjes, die aan 't geheel het voorkomen geven van een spies of speer, waarom de bladen ook wel spiesvormig heeten. De onderste bladen hebben die eigenaardigheid niet en nu is 't opmerkelijk, hoe de overgangen duidelijk zijn; halfweg aan den stengel vindt men vaak bladen met één zijblaadje, die een dwaas scheef figuur maken.
Doch mooi en welgevormd zijn de in gesteelde bijschermen groeiende sierlijke bloempjes met vrij groote donkerpaarse vijfslippige bloemkroon, elke slip aan den voet zoo prachtig geteekend met twee vlekjes, groen met witten rand, met hun tienen sterk in 't oog vallend als vormend een fraaien rand onder om het hooggele kegeltje, dat uit de bloem omhoog steekt. Dat zijn de vijf groote helmknoppen, samen vergroeid tot een kokertje, waar de stijl boven uitkijkt. In den bloesem van den aardappel, de Solanum tuberosum, trekken die gele vergroeide meeldraden ook zoo sterk de aandacht; zij hebben de eigenaardigheid, niet met overlangsche spleten, maar aan den top met poriën open te springen.
Als de bloem is afgevallen, blijft de kelk nog lang het flink voortgroeiend vruchtje omgeven, ja, is daar nog duidelijk aan te zien, als dat laatste zich tot een groote, langwerpige, groene bes heeft ontwikkeld, die later scharlakenrood wordt met een dunne schil als bij onze aalbessen en zeer vergiftig is, gevaarlijk voor kinderen, die aan heggen en tusschen kreupelhout soms bramen en andere onschadelijke vruchten gewoon zijn te vinden. De stengel, die in de geneeskunde gebruikt wordt, bij het kauwen eerst bitter dan zoet, heeft aan de plant haren naam gegeven.
Juni tot Augustus.
Bitterzoet. — Solanum dulcamara.
Fam. Nachtschaden, Solaneeën.
Rekop, Hoe langer hoe liever, Walschot, Walshout, Elgjeshout, Dolbessenhout,
Weerhout, Kwalster, Slugter, Hondebeishout, Oerhout, Elfrank. H. 390.