Radiotoespraak Wilhelmina 12 september 1940

Uit Wikisource

Radiotoespraak Wilhelmina 12 september 1940 op Radio Oranje

Auteur Wilhelmina der Nederlanden
Genre(s) Radiotoespraak
Brontaal Nederlands
Datering 12 september 1940
Bron Sound Radio Oranje-uitzending 12 september 1940 +  ?
Auteursrecht Publiek domein

De wijze waarop mijn 60ste verjaardag is herdacht en de vele uitingen van aanhankelijkheid en medeleven, die mij bereikten, zoowel uit Neder­land onder de keerkringen als van overal waar Nederlanders vertoeven, die vrijelijk uiting kunnen geven aan hun gevoelens, doen mij andermaal mijn toevlucht nemen tot de microphoon, teneinde allen persoonlijk mijn diepgevoelden dank te betuigen. Gaarne zou ik ieder afzonderlijk hebben beantwoord, maar dit is mij niet mogelijk, want meer dan drie dagen lang stroomden, zonder ophouden, telegrammen mij toe en ontving ik bovendien ontelbare brieven, terwijl fraaie bloemstukken uit Oost en West, uit Engeland en van elders, mijn huis in een tuin herschiepen. In het kort wil ik u zeggen van wie ik heilwenschen ontving. Zij kwamen niet alleen van hooge autoriteiten en colleges, van Vorsten, Zelfbestuurders, Regenten en Landschapshoofden, van onze weermacht en tal van hare onderdeelen, van vele leden van het civiel bestuur, van de wakkere bemanningen onzer koopvaarders, maar ook van geheele groepen der be­volking van alle landaarden, van kerkelijke gemeenten en autoriteiten, van zendingsposten, van tal van vereenigingen, instellingen en onder­nemingen op allerlei gebied, van bijeenkomsten, groote en kleine, tot in de meest afgelegen plaatsen gehouden, en van talrijke particulieren, zoo ingezetenen als vreemdelingen.

De gelukwenschen en betuigingen van aanhankelijkheid en trouw gingen gepaard aan de verzekering van bereidheid tot het brengen van elk offer voor de bevrijding des Vaderlands en spraken de overtuiging uit: Neder­land zal herrijzen, Nederland zal weer vrij worden. Zoo heeft deze herdenking zich ontwikkeld tot een overweldigende be­tooging voor het herstel van Neerlands onafhankelijkheid en voor de hereeniging in ongestoorde vrijheid van onze gemeenschap van 70 millioen ingezetenen in het Nederlandsch staatsverband. Dit is een historisch feit van blijvende beteekenis. Ware het mogelijk geweest onder de inwoners van Nederland en onder de vrije Nederlanders in het buitenland een vrije stemming te houden, evenals onder de ingezetenen van Grooter Nederland in Oost en West, deze had geen overtuigender en welsprekender uit­komst kunnen opleveren.

Allen die aan deze spontane nationale onafhankelijkheidsuiting deelnamen, zijn daarmede aan onze landgenooten in het bezette Vaderland tot een grooten steun in hun lijden geweest en zullen hun vast vertrouwen in de toekomst nog gesterkt hebben. Ik dank u allen namens hen, wien op vaderlandschen bodem het zwijgen is opgelegd voor uwe grootsche nationale uiting. Vol geestdrift en van heeler harte sluit ik mij bij u aan. Een volk, dat over levenskracht en een vasten wil beschikt, kan niet zonder meer door wapengeweld worden ten onder gebracht. De wapen­spreuk van mijne geliefde Moeder „de palm groeit tegen den druk in", vindt thans hare toepassing; onze nationale polsslag is krachtiger, doel­bewuster dan te voren. Als een eendrachtig aaneengesloten volk door­staan wij de beproeving.

Een nieuw bewijs hiervoor is de spontane vrijgevigheid in Nederlandsch-Indië voor het te mijner beschikking gestelde Koningin-Wilhelmina­fonds. De vaderlandsliefde van de gevers, hun vaste wil den oorlog te winnen ter bevrijding van Nederland heeft bij hen den wensch doen op­komen een deel der ingekomen gelden, ten bedrage van 5 millioen gulden, te zien besteed voor militaire doeleinden in den bondgenootschappelijken strijd. In overeenstemming met de bedoeling van de schenkers heb ik Zijne Majesteit den koning van Groot-Brittannië in kennis gesteld met de voorgenomen schenking van een aantal militaire vliegtuigen, waartoe het Prins-Bernhard-fonds, waarin het bedrag zal worden gestort, zijne bemiddeling zal verleenen.

Grootsche uitingen van eenheid en onafhankelijkheidszin, gepaard aan dergelijke blijken van nationale offervaardigheid en doortastendheid, kunnen niet anders dan ons opheffen boven de moeilijkheden en bekom­mernissen van het oogenblik en doen ons met vertrouwen de toekomst tegemoet zien, welke ons allen onder Gods zegen een vrij en onaf­hankelijk Nederland zal teruggeven. In een land met beperkte vrijheid is voor Oranje geen plaats.

Is eenmaal de vrijheid herwonnen, dan wacht ons het werk van den wederopbouw. Gemakkelijk zal dit niet zijn, want het zal daarbij niet een­voudig gaan om een herbouw naar een oud model. Een open oog voor de fouten, die in den loop der jaren in ons staatsbestel waren geslopen, zal gepaard moeten gaan aan het inzicht en den moed om de veranderingen aan te brengen, die noodig zijn gebleken. Ik zie hier een arbeidsveld in het bijzonder voor de jongeren, die, vasthoudende aan onzen alouden vrijheidszin, op den bodem van ons roemrijk verleden een gebouw zullen hebben op te trekken in overeenstemming met het karakter van ons volk, dat aan het Christendom zijn beschaving dankt.

Luisteraars, Radio Oranje heeft u over zeer uiteenloopende onderwerpen ingelicht; het heeft u ook mededeelingen gedaan over het hier te Londen gevoerde beleid mijner regeering. Het is mij een genoegen u zelf te kun­nen mededeelen, dat mijne ministers en ik thans reeds alles in het werk stellen om, zoodra het oogenblik daarvoor zal zijn aangebroken, onmiddellijk een aanvang te kunnen nemen met de bevoorrading van Neder­land, zoowel wat de voedselvoorziening betreft als met betrekking tot de grondstoffen voor den economischen wederopbouw. Wij geven ons volkomen rekening van het feit dat, ondanks onze aanzienlijke koopvaardij­vloot, het niet mogelijk zal zijn iedereen onmiddellijk te geven wat hij wenscht, doch wij vertrouwen, dat de Nederlandsche degelijkheid van den opzet een geregelden en toenemenden toevoer zal waarborgen. Aan het einde gekomen van hetgeen ik u wilde mededeelen, wensch ik ten besluite een woord, dat zoo vaak voorkwam in de tot mij gerichte telegrammen, te herhalen en tot het mijne te maken. Dat woord is: Neder­land zal herrijzen! Leve het Vaderland! (Radio Oranje)