Radiotoespraak Wilhelmina 21 februari 1942

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Radiotoespraak Wilhelmina 21 Februari 1942 op Radio Oranje

Auteur Wilhelmina der Nederlanden
Genre(s) Radiotoespraak
Brontaal Nederlands
Datering 21 februari 1942
Bron
Auteursrecht Publiek domein

Rijksgenooten, Onder de zorgvolle omstandigheden, waarin het geheele Rijk thans verkeert, gevoel ik mij gedrongen het woord tot u te richten. Over geheel Nederlandsch-Indië wordt hard en moedig gevochten. Aruba is aangevallen. Curacao en de andere eilanden worden onmiddellijk be­dreigd. Suriname kan elk oogenblik hetzelfde te wachten staan. Zijde aan zijde, in wapenbroederschap nauw verbonden, strijden wij met onze bondgenooten tegen onze vijanden, terwijl het moederland in taai­heid en moed zich te weer stelt.

In de eerste plaats wil ik hulde brengen aan de dappere verdedigers van Nederlandsch-Indië, aan hun geest van durf en volharding, aan vele heldendaden, die ver buiten de grenzen van ons Rijk algemeen bewon­dering wekken en ons voor de toekomst een waardige plaats onder de volkeren verzekeren.

Hulde aan hen, die vielen in den strijd. En hierbij gedenk ik tevens allen, die slachtoffer werden van de barbaarsche strijdwijze van den vijand. Ik vergeet niet de laatste martelaren in Nederland, die hun leven gaven voor onze vrijheid. Rijksgenooten, wij leggen, zij het helaas in gedachte, onzen lauwerkrans voor hen neer.

Ik verzoek u, ter eere van hun aller nagedachtenis, in eerbiedige aandacht thans te luisteren naar de tonen van het Wilhelmus. Het is mij een groote voldoening, dat de sterke krachtsinspanning, welke zoowel door de weermacht als door de burgerlijke verdediging bij de voorbereiding tegen 's vijands aanval is aan den dag gelegd, thans zulke uitnemende vruchten afwerpt.

Openbaarde zich toen reeds een geest tot taai verzet, deze geest is thans uitgegroeid tot den vasten wil stand te houden tot het uiterste en het zwaarste te trotseeren. Door het vuur beproefd is uw gevoel van lots­verbondenheid alom gebleken. Uw dapperheid en uw fiere houding vervullen mijne Rijksgenooten en mij met rechtmatigen trots. Thans wend ik mij tot Nederland.

Naast het eigen kruis komt thans de benauwenis over de zware beproe­ving, die over de andere deelen des Rijks is gekomen. Ten volle voel ik met u mede, hoe zwaar uw last thans is. Maar ik weet, dat gij, eensgezind en vastberaden, met alle rijksgenooten door de duis­ternis van het oogenblik de door ons allen gewenschte toekomst ziet dagen.

Meer dan ooit voel ik mij één met u in de overtuiging dat God uitkomst zal geven.