Naar inhoud springen

Rondschrijven

Uit Wikisource
[ 1 ]

GOUVERNEMENT VAN NEDERLANDS-NIEUW-GUINEA

GOUVERNEMENTSSECRETARIE

Hollandia, 18 november 1961

No :2.9.100/5926/02
Bijlage(n) : drie (3x)
Onderwerp : Invoering Landsvlag, Volkslied en benaming West-Papoea


Aan:
Leden Raad ven Diensthoofden (2x)
President Hof van Justitie
Procureur-Generaal bij het Hof van Justitie
Residenten (2x)
Commissaris Openlegsing Centraal Bergland (2x)
Onderafdelingshoofden


RONDSCHRIJVEN


Mitsdeze heb ik de eer UHoogedelgestrenge/UEdelgrootachtbare/ UWeledelgestrenge mode te delen dat op 14 dezer bij besluiten nrs. 362 en 364 (Gouvernementsblad nrs 68 en 69) door de Gouverneur ordonnanties zijn vastgesteld betreffende de aanwijzing van een Landsvlag en Volkslied voor Nederlands-Nieuw-Guinea. Tevens zijn bij besluit houdende algemene maatregelen van 18 dezer no. 366 (gouvernementsblad no. 70) regels gegeven voor het gebruik van de Landsvlag naast de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden.


Gestencilde exemplaren van genoemde nummers van het Gouvernementsblad zijn te Uwer informatie bij dit schrijven gevoegd.


De gang van zaken welke heeft geleid tot de officiële erkenning van de nieuwe symbolen kan in het kort als volgt worden geschetst.

Op 29 oktober j.l. vond op initiatief van een viertal leden van de M.G.R. te Hollandia een bijeenkomat plaate waaraan werd deelgenomen, behlve door Nieuw-Guinea Raadsleden, door vertegenwoordigere van verschillende landstreken, gezindten en politieke partijen. Tijdens deze bijeenkomst constitueerde zich een "Nationaal Comité" en werd een Manifest ondertekend waarin het verlangen naar voren werd gebracht naar een eigen vlag en volkslied, en als aanduidingen voor land en volk werden voorgesteld respectievelijk de benamingen "West-Papoea' ("Papoea Barat") en "Papoea". [ 2 ]

Om tot verwezenlijking van deze verlangens te geraken wendde het Nationaal Comité zich tot de Nieuw-Guinea Raad, die in zijn vergadering van 30 oktober met algemene stemmen besloot dit spontaan opgekomen inheems initiatief tot het zijne te maken en in een adres aan de Gouverneur om wettelijke adoptie door het Gouvernement van de eigen symbolen en benamingen verzocht.


Nadat hierop bij monde van de Gemachtigde voor Algemene Zaken was geantwoord dat de voorstellen alleszins aanvaardbaar werden geacht en dat, gelet op het karakter daarvan, naar het oordeel van de Gouverneur voor verwezenlijking, voor wat betreft Landsvlag en volkslied, het volgen van de bij art. 111 e van de Bewindsregeling aangewezen weg, de voorkeur zou verdienen, diende de Raad de beide initiatief-ordonnanties in die, de Raad van Diensthoofden gehoord, inmiddels zijn vast- gesteld.


De tekst van de ordonnanties en het besluit h.a.m. behoeft naar het voorkomt slechts op een enkel punt toelichting.

Landsvlag De aard van de kleuren van de Landsvlag zal alsnog bij beschikking van de Gouverneur worden vastgesteld. Het ligt in de bedoeling kleuren voor te schrijven, identiek aan die van de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden. Voor de afmetingen van de Landsvlag zal het nodig zijn aanpassing te zoeken aan het bestaande gebruik; zij dienen gelijk te zijn aan die van de Nederlandse vlag, naast welke de Landsvlag wordt gevoerd.


Richtlijnen voor het gebruik van de Nederlandse en de Landsvlag.

De invoering van de Landsvlag maakt het noodzakelijk de voorschriften voor het gebruik van de Nederlandse en de Landsvlag te herzien en als volgt vast te stellen.

1.(1) De Residenten zullen dagelijks van zonsopgang tot zonsondergang de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden van of bij hun ambtswoning doen waaien, tenzij de betrokken functionaris van zijn standplaats afwezig is.
(2) De Hoofden ven onderafdelingen zullen op zon--, feest- en rouwdagen van zonsopgang tot zonsondergang van of bij

hun woning de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden doen waaien, tenzij de betrokken functionaris van zijn standplaats afwezig is.}}

(3) De Hoofden van districten zullen op zon-, feest- en rouwdagen van zonsopgang tot zonsondergang van of bij

hun woning de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden de landsvlag van Nederlands-Nieuw-Guinea doen waaien, tenzij de betrokken functionaris van zijn standplaats afwezig is.

2. Van of bij de kantoren van de Residenten, de Hoofden van onderafdelingen en van districten alsmede aan de vlagge-masten op de kazerneterreinen der Algemene Politie zullen [ 3 ]dagelijks van zonsopgang tot zonsondergang gelijktijdig de vlag van het koninkrijk der Nederlanden an de landsvlag van Nederlands-Nieuw-Guinea waaien.
3. Van of bij alle niet onder ten tweede bedoelde, bij openbare lichamen dan wel bij de burgerlijke diensten in gebruik zijnde gebouwen zullen op door de Gouverneur aangewezen of nog aan te wijzen feest en rouwdagen gelijktijdig de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden en de landsvlag van Nederlands-Nieuw-Guinea waaien.
4. Wanneer de vlag wordt gevoerd als rouwbetoon, wordt deze halfstok gehesen.


Enige met voorgaande richtlijnen strijdige tot dusver geldende bepalingen zijn ingetrokken bij het besluit nr. 368 van 18 november 1961


De achtergrond voor het/blijven voeren van de Nederlandse vlag door gezagdragende ambtenaren en van overheidskantoren is de overweging dat zo lang de huidige status van Nederlands-Nieuw-Guinee als een gebied dat deel uitmaakt van het Koninkrijk en onder Nederlands gezag staat gehandhaafd is, de Nederlandse vlag niet door een Landsvlag kan worden vervangen.

Geen voorschriften zijn gegeven voor het vlaggen bij gelegenheden als een bezoek van de Gouverneur, of wegens plaatselijke gebeurtenissen, waaronder lokaal of dienstgewijze rouwbetoon. De hierbij te volgen praktijk kan naar het voorkomt zonder bezwaar aan het bestaande gebruik en plaatselijk beleid worden overgelaten.


Volkslied

Inzake het Volkslied is bepaald dat een ieder bij het ten gehore brengen daarvan is gehouden de ten aanzien van een volkslied passende eerbied te betonen.

Het "Hai Tanahku Papua" dient bij officiële gelegenheden ten gehore te worden gebracht dadelijk na het wilhelmus. Bij het aanhoren van het Volkslied dient steeds op gelijke wijze eerbied te worden betoond als gebruikelijk is ten opzichte van het Nederlandse volkslied.

Ten aanzien van de vraag of het Volkslied steeds volledig (alle zeven coupletten) ten gehore dient te worden gebracht, dan wel slechts een of enkele coupletten daarvan, zal zich waarschijnlijk een praktijk ontwikkelen, waarop op dit moment bij voorkeur niet met enige aanwijzing wordt vooruitgelopen.


Benaming "West-Papoea"

Aangezien de benaming "Nederlands-Nieuw-Guinea" in de wetgeving is vastgelegd zal de invoering van de voorgestelde nieuwe benaming "West-Papoea" een wettelijke voorziening vereisen. De vraag, op welke wijze een en ander zou kunnen worden geregeld, is momenteel in studie. Vooruitlopende op het resultaat van dit onderzoek en eventuele nader te tref[ 4 ]fen wettelijke maatregelen kan achter zonder bezwaar tot een onofficieel gebruik van de nieuwe benaging worden overgegaan. De naam "West-Papoea" ware derhalve m.i. van 1 december a.s. ook van Overheidswege, uitgezonderd in officiële bescheiden, algemeen te gebruiken, ook bij Bevolkingsvoorlichting en de radioomroep. Op deze wijze zal aan het tot uiting gebrachte verlangen van de bevolking zo veel mogelijk worden tegemoetgekomen en aanpassing aan het algemeen spraakgebruik worden bereikt.


Benaming "Papoea" als aanduiding van het volk van Nederlands-Nieuw-Guinea.

De praktijk komt reeds goeddeels overeen met hetgeen wordt voorgesteld, zodat dit punt generlei moeilijkheid behoeft op te leveren. Het mag als een winstpunt worden beschouwd, dat zo er nog enige twijfel mocht zijn blijven bestaan aan de aanvaardbaarheid van deze naam naar de inheemse opvattingen deze thans is weggenomen.


Eerste vlagheffing

De beide vorengenoemde ordonnanties treden in werking op 1 december 1961.

Op die datum zal om 08.00 uur Nieuw-Guinea tijd op alle onderafdelingshoofdplaatsen de Landsvlag plechtig worden gehesen naast de Nederlandse vlag. Van 08.30 uur af zal op die dag van alle openbare gebouwen en Gouvernementakantoren met de Nederlandse- en de Landsvlag naast elkander worden gevlagd. (exemplaren van de Landsvlag, tot de in eerste instantie benodigde aantallen, zijn in bestelling en zullen hopelijk tijdig arriveren). Voorzover gewenst kan aan het inheems Overheidspersoneel vrij van dienst worden gegeven, en, met medewerking van de corporaties voor zover nodig, eveneens aan Papoea-scholieren.


Met het voorgaande te Uwer kennis te brengen en U te verzoeken daarmede in voorkomende gevallen rekening te willen houden en doen houden, heb ik de eer aan een van de Gouverneur bekomen opdracht te voldoen.

De Gouvernementssecretaris
(getekend)
Mr A. LOOSJES

cc: Voorzitter Nieuw-Guinea Raad (2x)

Commandant strijdkrachten in Ned. Nw.Guinee
Commandant P.V.K.
Attaché N.G.Zaken Canberra
Dalo Port Moresby
Bevolkingsvoorlichting
Mailrapport