Landsvlagordonnantie

Uit Wikisource

[ 5 ] Nummer 4300


Bijlage I [ 6 ]

GOUVERNEMENTSBLAD
VAN
NEDERLANDS NIEUW GUINEA


1961 No.68. LANDSVLAG van Nederlands-Nieuw-Guinea.

Landsvlagordonnantie


IN NAAM DER KONINGIN!

DE GOUVERNEUR VAN NEDERLANDS-NIEUW-GUINEA,


In overweging genomen hebbende:

dat de Nieuw-Guinea Raad overeenkomstig het in artikel 111e van de Bewindsregeling Nieuw-Guinea gegeven recht tot het indienen van voorstellen tot vaststellen van ordonnanties, een voorstel heeft gedaan tot vaststelling van een ordonnantie betreffende een landsvlag van Nederlands-Nieuw-Guinea,

Heeft, de Raad van Diensthoofden gehoord en in overeenstomming met de Nieuw-Guinea Raad, vastgesteld onderstaande ordonnantie:


Artikel 1.

1. De landsvlag van Nederlands-Nieuw-Guinea is een rechthoek bestaande uit een vertikale rode baan aan de zijde van de vlaggestok, en zeven horizontale blauwe banen gescheiden door zes witte benen. In het midden van do rode baan bevindt zich een witte vijfpuntige ster waarvan één punt vertikaal omhoog wijst. De vijf uiteinden van de ster vormen elk een hoek van 36⁰.
2. De hoogte en de lengte van de vlag staan tot elkaar in de verhouding 2 : 3. De breedte van de rode baan bedraagt twee vijfden van de hoogte van de vlag. De blauwe en de witte banen zijn alle even hoog. De middellijn van de ongeschreven cirkel van de ster is zeven achtsten van de breedte van de rode baan.
3. De Gouverneur bepaalt de aard van de kleuren van de vlag.

Artikel 2.

Het gebruik der landsvlag naast de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden geschiedt overeenkomstig de bepalingen van een Vlagbesluit, vest te stellen bij besluit houdende algemene maatregelen. [ 7 ]

Artikel 3.

Deze ordonnantie, welke kan worden aangehaald als "Landsvlagordonnantie" treedt in werking met ingang van 1 december 1961.

Gegeven te Hollandia, de 18de november 1961.
De Gouverneur van Nederlands-Nieuw-Guinea,
PLATTEEL.
De Gouvernementssecretaris,
A. LOOSJES.


Uitgegeven de 20ste november 1961. De Gouvernementssecretaris,

A. LOOSJES.
 

(Besluit van de Gouverneur van Nederlands-Nieuw-Guinea van 18 november 1961 No.362)