Rotterdamsche Courant/1824/Nummer 132/Parijs den 29 October
‘Parijs den 29 October’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit de Rotterdamsche Courant, dinsdag 2 november 1824, [p. 1]. Publiek domein. |
PARIJS den 29 October.
Eergisteren heeft de Koning een raad der Miniſters gepreſideerd, bij welken de Dauphin wederom tegenwoordig is geweest.
— Men zegt, dat er te Reims toebereidſelen gemaakt worden voor de aanſtaande krooning van Zijne Maj. Karel X.
— Er komen vele prefecten uit de departementen te Parijs aan, waarſchijnlijk, om nieuwe inſtructien van het Miniſterie te ontvangen.
— Binnen kort zullen vier regementen infanterie van linie naar Martinique en Guadeloupe gezonden worden en onder dezelven het 48 en 49ſte.
— In een particulieren brief van Madrid van den 22 dezer wordt gezegd, dat het ſpaansch Gouvernement van het franſche Kabinet zeker zeer belangrijke nota’s ontvangen heeft, die ten doel hadden, om de rust en vrede in Spanje te herſtellen en er een krachtig en vast beſtuur te vestigen, hetgeen in ſtaat is, om de partijen in bedwang te houden en te verzoenen; doch tevens, dat er weinig hoop is, dat deze goede raad ingang vinde, tenzij Frankrijk mogt beginnen, om op een hooger toon te ſpreken en nadrukkelijke maatregelen te nemen.
Niet alleen worden er in Madrid beſluiten afgekondigd, die alle hoop tot bedaring der gemoederen doen verdwijnen, maar zelfs ſpreekt men van het herſtellen der Inquiſitie, wier opperbeſtuur opgedragen zoude worden aan zekeren pater Velez, die bisſchop was van Burgos en die nu door den Koning, benoemd is tot het aartsbisdom van St. Jago in Gallicien, hetwelk een inkomen van nagenoeg 150,000 fr. geniet.
De generaal-en-chef van het franſche bezettings-leger, de graaf Digeon, zegt men, zal in de volgende maand naar Parijs vertrekken en door een anderen officier in het opperbevel worden vervangen.
Het Miniſterie gaat ſteeds voort met het verordenen van ſtrenge maatregelen tot wering en ſtraffing van revolutionaire misdaden; zoo is er eene vaste bepaling van ſtraffen opgemaakt voor zekere wanbedrijven, en onder anderen moeten met den dood geſtraft worden alle perſonen, die ſedert den 1 October 1823 zich door eenige daden verklaard hebben of nog zouden verklaren als vijanden van de legitime regten des troons, of de partij toegedaan der zoogenaamde conſtitutie van Kadix; zij, die tot dat einde dagbladen of andere geſchriften zullen ſchrijven; zij, die partijgangers zoeken aan te werven; zij, die een opſtand zullen verwekken, om den Koning te dwingen tot eene daad tegen zijnen wil; zij, die muera el reij of weg met den Koning zullen roepen; alle de vrijmetſelaars, communeros en andere leden van geheime genootſchappen, welke niet geamnestieerd zijn, en eindelijk zij, die den kreet van leve Riego of leve de conſtitutie zullen aanheffen.
De koninklijke garde, die nu opgerigt wordt, beſtaat thans uit drie regementen infanterie, elk van twee duizend man; twee regementen jagers te paard van 500 man; twee regementen grenadiers te paard van 800 man en een regement lanciers van 300 man. Volgens de opgaven der Kapiteinen-Generaals van de provincien bedraagt de koninklijke militie door het geheele Rijk honderd duizend man, welke goed gewapend en gekleed zijn en omtrent even zoo veel, welke het nog aan kleedingſtukken en wapenen ontbreekt. Voor het overige beſtaat de geregelde militiaire magt in acht regementen, twee in Andaluſie, twee in Valencia, twee in Arragon en twee in Valladolid.
— De 29 dezer waren de 5 per cents geconſolideerden 102 francs 45 centimes à contant en te half vier uren 102 frans 55 centimes tegen ultimo.