Rotterdamsche Courant/1825/Nummer 144/Rotterdam den 30 November
‘Rotterdam den 30 November’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit de Rotterdamsche Courant, donderdag 1 december 1825, [p. 2]. Publiek domein. |
ROTTERDAM den 30 November.
Eene buitengewone bataviaſche courant, van den 26 Julij, behelst een rapport van den generaal-majoor van Geen, wegens het wel ſlagen zijner expeditie naar Celebes en het onderwerpen van den koning van Soepa; eene gebeurtenis, die van zeer veel gewigt is in den tegenwoordigen ſtaat van zaken op Celebes. De vijanden hadden zich in ſterke bentings gelegerd, welke zij echter, zonder merkelijken tegenſtand te bieden, verlieten, en Soupa zelve, dat met eenen buitengewonen ijver en kunst verſterkt was en waarvan elk huis eene benting opleverde, gaf zich over, zonder een aanval aftewachten, hetgeen dan ook ten gevolge gehad heeft, dat deze expeditie volkomen geſlaagd is, zonder dat van de zijde der Nederlanders daarbij een eenig man het leven verloren heeft; zijnde ſlechts de Kapitein Dubus door een ſnaphaankogel in den mond, een huzaar door eene lans in de borst en twee flankeurs door een ſchot in de borst en hand, doch allen ligtelijk, gekwetst.
De Generaal prijst, in zijn rapport zeer het gedrag der officieren en ſoldaten der expeditie, en noemt, als zich bijzonder onderſcheiden hebbende, den kolonel Bisſchoff, den majoor Geij, den majoor der genie van der Wijck, de majoors van Bast, Sollewijn en Coehoorn, den kapitein-adjudant Koelman, alle de officieren van den ſtaf, den eerſten luitenant Bakker, den luitenant der marine Webbers en den adelborst der eerſte klasſe Ooijkaas.
Na Tanette aangedaan en aldaar den gewezen Koning, een broeder der regerende Koningin, tot rust en gehoorzaamheid aangemaand te hebben, is de generaal den 5den te Macasſar teruggekeerd.
— Den 8ſten, des namiddags, arriveerden te Helvoetſluis kapitein Mortleman, met de brieven van den 26 dezer, en Active, J. Lord, van Harwich, en het ſchip, dat wegens de quarantaine onbekend was, is genaamd Exchange, B. Barstow, van New-IJorck; zijnde, na de Viſitatie, van de quarantaine ontſlagen; de wind Z. W.
Den 29ſten, voor posttijd, is in de Maas niets gepasſeerd; de wind Z. W.
Den 29ſten, des namiddags, arriveerden te Helvoetſluis de ſchepen London, F. F. Gibbs, en Prince of Saxen-Coburg, J. Ladd, van Londen. Den 30ſten, des morgens, zeilden kapit. Moon, met de brieven van den 26ſten, en kapitein Bridge, met die van den 30 dezer, naar Harwich; de w. N. N. O.
Van den Briel wordt van den 30ſten gemeld, dat achter Rockange aan ſtrand is komen drijven eene jol, ſtaande achter op dezelve two Brothers, van Colchester, en er in Thomas Currij. Den 29ſten, des avonds, arriveerde de vrouw Neeltje, J. Stroobuur, van Cherburg; de wind N.
— Van Vlisſingen ſchrijft men den 27 November: In den ſtorm van heden nacht is, door het breken van zijn touw en ketting, van zijne ankers geſlagen het engelsch brikſchip Azia, gevoerd door kapitein John Storij, hetwelk gisteren Van Londen alhier is ter reede gekomen, en dienen moest als eene packet tusſchen Antwerpen en Rio-Janeiro. Dit ſchip zit thans op de bank de Kaloot, half vol water, zoo dat er weinig vooruitzigt is dat het gered zal kunnen worden.
— Te Antwerpen zijn gearriveerd Janvren, Ballaine, van Rio-Janeiro, Vigilantie, Jepſen, van Koppenhagen; jonge Frederik, Klijn, van Marſeille, en Harmina, Hubert, van Londen.