Sinne- en minnebeelden/Bidt en u sal gegeven worden…
Uiterlijk
← Die vraeght leert klappen | Sinne- en minnebeelden (1627) door Jacob Cats | AMOR, FORMÆ CONDIMENTVM → |
Uitgegeven in Rotterdam door Victor van Waesberge. |
LVC. II. 9.
Bidt en u sal ghegeven vorden, soeckt en ghy sult vinden,
klopt en u fal opghedaen werden.
WIe oyt een wederklanck wil in die lucht verwecken
Die moet een helle stem tot inden hemel strecken,
Want die niet uyt en brenght als woorden sonder kracht,
En hoort geen tegen-spraeck, hoe lang hy antwoort wacht.
Hy dient zijn herten gront met yver uyt te spreken,
Die met een drouve galm wil inden hemel breken,
Alleen die krachtigh bid, en tot den Heere sucht,
Verweckt een wederklanck tot boven in de lucht.
Die moet een helle stem tot inden hemel strecken,
Want die niet uyt en brenght als woorden sonder kracht,
En hoort geen tegen-spraeck, hoe lang hy antwoort wacht.
Hy dient zijn herten gront met yver uyt te spreken,
Die met een drouve galm wil inden hemel breken,
Alleen die krachtigh bid, en tot den Heere sucht,
Verweckt een wederklanck tot boven in de lucht.