Sinne- en minnebeelden/De werelt gebruyckende, als niet gebruyckende
Uiterlijk
← Elck sijn goetjen | Sinne- en minnebeelden (1627) door Jacob Cats | FAC SAPIAS ET LIBER ERIS → |
Uitgegeven in Rotterdam door Victor van Waesberge. |
I. CORINTH. 7.31.
De werelt ghebruyckende, als niet ghebruyckende.
SIet hier een versche beeck, die met de soute baren
Kan spelen in het diep, oock sonder eens te paren;
Siet! hoe het water raest, sy blijft al even soet
Sy houdt haer eersten aert te midden in den vloet:
Het is een groote deught met alle man te leven
En aen het los gewoel sijn herte niet te geven;
O, die de werelt schiep, en schiep oock even my,
Geeft dat m dese ziel de werelt niet en zy!
Kan spelen in het diep, oock sonder eens te paren;
Siet! hoe het water raest, sy blijft al even soet
Sy houdt haer eersten aert te midden in den vloet:
Het is een groote deught met alle man te leven
En aen het los gewoel sijn herte niet te geven;
O, die de werelt schiep, en schiep oock even my,
Geeft dat m dese ziel de werelt niet en zy!