Staatsregeling van Curaçao/Hoofdstuk 2

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Hoofdstuk 2. Regering[bewerken]

Artikel 26

1. De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers.

2. De koning wordt vertegenwoordigd door de Gouverneur.

3. De ministers zijn verantwoordelijk aan de Staten

Artikel 27

1. De minister-president en de overige ministers worden bij landsbesluit benoemd en ontslagen.

2. Indien een minister het vertrouwen van de Staten niet langer heeft stelt hij zijn ambt ter beschikking.

Artikel 28

1. Om minister te kunnen zijn is vereist dat men ingezetene van Curaçao is, de Nederlandse nationaliteit bezit, de leeftijd van 25 jaren heeft bereikt en niet is uitgesloten van het kiesrecht.

2. Een minister kan niet tegelijkertijd zijn:

a. Gouverneur;
b. vervanger van de Gouverneur;
c. lid van de Raad van Advies;
d. lid van de Algemene Rekenkamer;
e. ombudsman;
f. gevolmachtigde minister;
g. actief dienend ambtenaar;
h. lid van de Staten;
i. lid van of procureur-generaal of advocaat-generaal bij het Gemeenschappelijke Hof van Justitie.

3. Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid onder h kan een minister, tot lid van de Staten gekozen, ten hoogste drie maanden na zijn toelating als lid het ambt van minister en het lidmaatschap van de Staten verenigen.

4. Met ambtenaar, bedoeld in het tweede lid onder g, worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld zij, die als werkman zijn aangesteld en zij, die in dienst van het landsbestuur op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.

Artikel 29

Bloedverwantschap tot en met de tweede graad mag niet bestaan tussen de ministers. Echtgenoten kunnen niet tegelijkertijd ministers zijn.

Artikel 30

Bij landsbesluit worden ministeries ingesteld. Zij staan onder leiding van een minister.

Artikel 31

1. De ministers vormen tezamen de raad van ministers.

2. De raad van ministers bestaat uit ten hoogste zeven ministers, tenzij bij landsverordening anders wordt bepaald.

3. De minister-president is voorzitter van de raad van ministers.

4. De raad van ministers beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de eenheid van dat beleid.

5. Indien de Gouverneur een vergadering van de raad van ministers bijwoont, treedt hij op als voorzitter. Hij heeft alsdan een raadgevende stem.

Artikel 32

Alle landsverordeningen en landsbesluiten worden door de Gouverneur en door een of meer ministers ondertekend.

Artikel 33

Het landsbesluit waarbij de minister-president wordt benoemd wordt mede door hem ondertekend. De landsbesluiten waarbij de overige ministers worden benoemd of ontslagen worden mede door de minister-president ondertekend.

Artikel 34

Op de wijze bij landsverordening voorgeschreven leggen de ministers bij de aanvaarding van hun ambt een eed, dan wel verklaring en belofte, van zuivering af en zweren of beloven zij trouw aan de Staatsregeling en een getrouwe vervulling van hun ambt.

Artikel 35

De bezoldiging, het pensioen alsmede overige geldelijke voorzieningen van de ministers en de gevolmachtigde minister worden bij landsverordening geregeld.

Artikel 36

1. De gevolmachtigde minister kan niet tegelijk zijn:

a. Gouverneur;
b. vervanger van de Gouverneur;
c. lid van de Raad van Advies;
d. lid van de Algemene Rekenkamer;
e. ombudsman;
f. actief dienend ambtenaar;
g. lid van de Staten;
h. lid van of procureur-generaal of advocaat-generaal bij het Gemeenschappelijke Hof van Justitie;
i. minister.

2. Onverminderd het bepaalde in het voorgaande lid onder g kan een gevolmachtigde minister, tot lid van de Staten gekozen, ten hoogste drie maanden na zijn toelating als lid het ambt van gevolmachtigde minister en het lidmaatschap van de Staten verenigen.

3. De gevolmachtigde minister wordt, indien hij op Curaçao aanwezig is, in de gelegenheid gesteld de beraadslagingen van de ministerraad ten aanzien van onderwerpen, welke tot zijn bemoeienis behoren, bij te wonen. Hij heeft alsdan een raadgevende stem.