Staatsregeling van Sint Maarten/Hoofdstuk 9

Uit Wikisource
[ 34 ]

HOOFDSTUK 9
SLOTBEPALINGEN

[ 35 ]

Artikel 129

1. Bij landsverordening kunnen in de bepalingen van deze Staatsregeling wijzigingen worden aangebracht. Elk ontwerp van landsverordening tot verandering van de Staatsregeling wijst de desbetreffende verandering uitdrukkelijk aan.

2. De Staten kunnen een ontwerp van landsverordening niet goedkeuren of besluiten tot voordracht dan met twee derden van de stemmen van de zitting hebbende leden.

3. Een landsverordening tot wijziging van deze Staatsregeling met betrekking tot:

a. de artikelen betrekking hebbende op de grondrechten;
b. de bepalingen betrekking hebbend op de bevoegdheden van de Gouverneur;
c. de artikelen betrekking hebbende op de bevoegdheden van de Staten;
d. de artikelen betrekking hebbende op de rechtspraak wordt overgelegd aan de regering

van het Koninkrijk. Zij treedt niet in werking dan nadat de regering van het Koninkrijk haar instemming hiermee heeft betuigd.

4. Een ontwerp van landsverordening betreffende de bepalingen bedoeld in het derde lid wordt niet aan de Staten aangeboden, noch door de Staten ter bekrachtiging voorgedragen dan nadat het gevoelen van de regering van het Koninkrijk is ingewonnen.

Artikel 130

Deze landsverordening wordt aangehaald als: Staatsregeling.

Artikel 131

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de datum waarop artikelen I en II van de Rijkswet tot wijziging van het Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen, in werking treedt.