Theo van Doesburg/Aanteekening bij de reproductie eener glas-in-lood compositie XIII 1924

Uit Wikisource

Aanteekening bij de reproductie eener glas-in-lood compositie XIII 1924.

Auteur Theo van Doesburg
Genre(s) Proza
Brontaal Nederlands
Datering 1925
Bron De Stijl. [deel] 2. 1921_1932. Complete Reprint 1968. Amsterdam: Athenaeum, Den Haag: Bert Bakker, Amsterdam: Polak & Van Gennep, 1968, pp. 427-428.
Auteursrecht Publiek domein

[133]


THÉO VAN DOESBURG GLAS-IN-LOOD comp: XIII 1924


[vertikaal: De schijnbare, golvende beweging is niet bedoeld, doch werd veroorzaakt door het photografisch verloren gaan der juiste kleurverhoudingen. Zie verder notitie.]


[134]

AANTEEKENING BIJ DE REPRODUCTIE EENER

GLAS-IN-LOOD COMPOSITIE XIII 1924.

Deze compositie is gemaakt voor een bestaande constructie van ongeveer 10 M hoog en 3.60 M breed. De constructiematen zijn zoodanig verwerkt, dat deze niet storend werken op het geheel. Het geheel bestaat uit een hoofdcompositie van rood, blauw, geel, wit, grijs. Deze laatste bestaat uit 10 groote vlakken, welke zijn onderverdeeld in evenwichtige composities die, wat de kleur betreft, uit dissonanten zijn samengesteld. Deze détail composities, 133 in getal, 30,6 × 45 cm. groot, zijn alle verschillend; een « motief » of repeteerende compositie is niet voorhanden.
Elke détailcompositie vormt, evenals de hoofdcompositie, een geheel.
De horizontale versterkingen, zijn uit de maten der vertikale afgeleid; zij oversnijden noch de hoofd-noch de détailcomposities en inplaats van de werking van het geheel te storen, versterken ze deze, aangezien ze de indeeling der hoofdcompositie bepalen. Bij het aanbrengen dezer horizontale versterkingen, is er naar gesreefd, hiermede de overheerschende vertikaliteit te temperen.
DE KLEUREN constrasteeren groepsgewijze, een blauw veld, met een rood veld, een rood veld met een geel, enz. Deze zelf echter bestaan uit dissonanten, te weten: uit gelijke kleuren, doch van een andere kwaliteit. B. v.
      BLAUW + blauw.
      ROOD + rood.
      GEEL + geel.
      WIT + wit-grijs.
      GRIJS + grijs-wit.
            enz.

134


[135]

Bij de verdeeling van het wit is er rekening mede gehouden, dat er voldoende licht naar binnen komt. Zoowel in de hoofdcompositie, als in de détailcomposities is het wit, in verhouding tot het oppervlak, evenwichtig en gelijkmatig verdeeld. In de uitvoering dient het echter zoodanig getemperd te zijn, dat het de kleuren met overstraald, en daardoor de vlakheid van het geheel niet verbreekt.

Th. v. D.      

[...]

135