Théo van Doesburg. De architect J.J.P. Oud "voorganger" der "kubisten" in de bouwkunst?
« Pensez-vous que le cubisme est vraiment mort ? »
« Si oui, de quelle maladie mourut-il ? »
(Enquête de la « Revue de l'Epoque » Mars 1922)
Réponse de Mr. I.K. BONSET : « Oui, de quelle maladie ?
Par la jupe courte »...
In nummer 28 van de "Bouwwereld" komen eenige fragmenten voor, ontleend aan een voordracht van den heer JAN GRATAMA. Het slotfragment kan het vermoeden wekken, dat de architect OUD "voorganger der kubisten in de bouwkunst" is en voor deze richting propaganda maakt in "De Stijl". Voorts, dat als voorbeeld deze zoogenaamd "kubistische" architectuur een blok woningen (bedoeld is "Spangen" te Rotterdam) dienst zou moeten doen.
Dit nu is grootendeels onjuist:
De architect J.J.P. OUD maakt, sinds hij als gemeente-architect te Rotterdam werkt, geen actief deel van "De Stijl" meer uit.
Door den heer OUD, die — althans theoretisch — eenigen tijd een trouw aanhanger en volgeling der Stijl-opvattingen was (uitgezonderd de hall in het Vacatiehuis te Noordwijkerhout), is geen zoogenaamd "kubistische architectuur" in praktijk gebracht. Bedoelde complexen van huizen, met hoeveel overleg en gevoel voor goede verhoudingen ook samengesteld, kunnen niet als voorbeeld gelden van "kubistische architectuur", hetgeen daarentegen wél het geval is met een ontwerp voor een fabriek en entrepôt, hetwelk, jammer genoeg, onuitgevoerd bleef.
Consequenties in de prakrijk, d.w.z. voorwerpelijk maken der omstreeks 1916 gevolgde en naderhand wel eens "beleefd" en "voorzichtig" gepropageerde denkbeelden betreffende eene nieuwe uitdrukkingswijze in de architectuur, zijn — voor zoover ik weet — door OUD nimmer gerealiseerd.
Wanneer met de "villa" de villa "Allegonda" te Katwijk aan Zee is bedoeld, — welke villa, hoewel niet onberispelijk, in uiterlijke verschijning als beeld van gezonde, dus zoo men wil "kubistische" architectuur zou kunnen dienen (en dat ook doet, voornamelijk voor de jonge Duitsche architecten, wien de Hollandsche architectuur richting geeft) 1), — zoo moet hier worden opgemerkt, dat wij deze "kubistische" poging danken aan een ontwerp van den academischen schilder M. KAMERLINGH ONNES. Niet een "kubistisch" effect maar een "romantisch" effect wilde men hier bereiken. De architect OUD, die dit plan technisch uitvoerbaar maakte, speelde hierbij een intermediaire rol.
Nu de ervaring leert, dat voor de verwezenlijking van het nieuwe gestreden worden moet en de heer OUD voor dezen strijd niet berekend was, zij er hier op gewezen, dat de architecten ROBERT VAN 'T HOFF, JAN WILS, G. RIETVELD, PAUW en HARDEVELD, (te oordeelen naar de Betonwoningen te Rotterdam) veel eer als wegbereiders eener "kubistische architectuur" genoemd moeten worden.
Weimar 1922.
1) Vooral de stijl opvattingen vinden, sinds mijn verblijf en wekzaamheid in Duitschland, navolging bij de architecten MEYER-GROPIUS (Theater te Jena), FORBAT (Bauhaus-siedlung), HILBERSHEIMER, MENDELSOHN (huizen te Charlottenburg) en vele anderen.
|