Naar inhoud springen

Theo van Doesburg/Huszar's beeldend tooneel

Uit Wikisource

Huszar’s beeldend tooneel. (Ingezonden).

Auteur Théo van Doesburg
Genre(s) Proza
Brontaal Nederlands
Datering in Het Vaderland (23 februari 1923): avondblad B, p. 2.
Bron http://kranten.kb.nl/index3.html
Auteursrecht Publiek domein

HUSZAR'S BEELDEND TOONEEL.

(Ingezonden).

Hooggeachte Redactie!
      Naar aanleiding van de kritiek over V. Huszar's méchanische dansfiguur en beeldend tooneel (gesigneerd L. W.), voorkomende in het Avondblad van Zaterdag 17 Febr., zij het mij vergund eenige, in dit artikeltje voorkomende misverstanden uit den weg te ruimen:
      De heer V. Huszar verkeert geenszins in de meening, dat hij dad ïst is. Hij is dat niet en wil dat ook niet zijn. Huszar behoort van den aanvang (1916) af tot de zg. Stijlbeweging. De mogelijkheid van een méchanisch-beeldend tooneel heeft hij reeds in 1917 geproponeerd en, fragmentarisch, uitgevoerd. Zijn dansfiguur bv. is het resultaat van jaren lange studie en overleg. Dat deze figuur op de dada-avonden vertoond werd, wil nog niet zeggen, dat het met dadaïsme in onmiddellijk verband staat. Het vertoonen dezer figuur diende hier, evenals de klassieke poëzie en muziek, de lichtbeelden naar klassieke plastiek en schilderwerken van van Gogh (die alle te zamen even lustig zijn uitgejouwd als de rest) als contrast. De heer P. Zwart is echter noch dadaïst, noch Stijlman; biedermeierde nog voor korten tijd en imiteert sinds eenige jaren vlijtig wat èn Huszar en andere Stijlkunstenaars uit eigen aandrift maken. Waar Huszar onbetwistbaar origineel is, de heer Zwart niet, spreekt het wel vanzelf, dat men hun arbeid niet over éen kam kan scheren. „Huszar biedt hier iets, waar we niets aan hebben. Dat mooi noch leelijk, goed noch slecht, verstandig noch krankzinnig en al zoo meer is,” schrijft de heer L. W., maar laat er direct op volgen, dat Huszar's werk „spreekt”, en nog wel „luide”, van een „nieuwe, zeer strenge orde. Van solide en stabiel evenwicht. Van diepe peiling en vasten grond.” Is een werk, dat zulke kwaliteiten heeft, dan niet goed; niet „verstandig”, niet mooi? Hebben we in dezen ultra-chaotischen tijd dan niets aan de eischen door Huszar's werk gesteld: strenge orde nl.: en stabiel evenwicht? Is deze contradictie in het artikel van den heer L. W. niet een beetje dada?
      Met beleefden dank voor de vergunde plaatsruimte,

Hoogachtend,                        
Théo van Doesburg.      
Red. De Stijl.

Den Haag, 19 Febr.