Theo van Doesburg/Karakteristiek van het Dadaïsme
Karakteristiek van het Dadaïsme | |
Auteur | Theo van Doesburg |
Genre(s) | Proza |
Brontaal | Nederlands |
Datering | 1923 |
Bron | Hubert van den Berg. Holland's bankroet door dada. Documenten van een dadaïstische triomftocht door Nederland. Amsterdam: Ravijn, 1995 (ISBN 9072768418): p. 20-23. |
Auteursrecht | Publiek domein |
Theo van Doesburgs 'Karakteristiek van het Dadaïsme' verscheen in het door hem uitgegeven tijdschrift Mécano, No 4/5 White, Blanc, Wit, Weiß (1923). Een noot in Mécano bij dit artikel luidt: 'Toespraak van Théo van Doesburg den anti-dadaïst, ter inleiding der niet-dadaïstische soirées in Nederland in den Winter 1923'.
Karakteristiek van het Dadaïsme
Es hat sich noch keiner die Sonne ins Knopfloch gesteckt.
Peter Röhl
Dada ist der sittliche Ernst unserer Zeit.
Kurt Schwitters
[in de linker kantlijn, verticaal:] Jésus était le premier Dadaïst
Dada – en één oogenblik ontwaakt ieder uit zijne dagelijksche slaapwandeling, welke hij leven noemt.
Dada – en de dooden richten zich op uit hunne graven en beginnen te greinslachen.
Dada – en de zieken genezen, bewegen zich en zingen »Die Wacht am Rhein« of dansen een Shimmy.
Dada – en de blinden worden ziende; zij zien dat de wereld is en zijn lachen zonder ophouden om de zwaarwichtige haarklooverijen onzer moralisten en politici.
Dada – en de burger zweet gummi, maakt van zijn schoonste Rembrandt een veldbed en danst een One-Step op choraalmuziek.
Elke burger is een kleine Landru, achter het masker van beschaving, humanisme, esthetiek en philosophie viert hij zijn instincten bot.
Beschaving – wat is dat anders dan de graad van de geraffineerdheid waarin onze werkelijke instincten tot uitdrukking komen!
Dada heeft de wereld ontdekt zooals zij is en de wereld heeft in dada zichzelf herkend. Dada is een spiegel, waarin de menschheid zichzelf ziet (Schwitters). De idealisten zien de wereld, zooals zij zich die wenschen. De dadaïsten wenschen de wereld niet anders, dan zooals zij hem zien, namelijk dadaïstisch: een gelijktijdigheid van orde en wanorde, van ja en neen, van ik en niet ik. »Der Dadaist ist ein Spiegelträger« aldus Kurt Schwitters en de dadaïstische lyricus Hans Arp geeft ons in »Die Wolkenpumpe« op dichterlijke wijze de raad om ons te hoeden voor namaak.
Dada vertoont zich in velerlei gedaanten: intuïtief en spontaan als directe levensuiting bij alle menschen (vooral na-middernachtelijk uur), esthetisch gevormd als kunst of ongevormd als realiteit.
Duizenden menschen verzamelen zich op een passivistisch congres stikkend in phrasen over eeuwige vrede en broederliefde, terwijl de eerste de beste roffel hen met hetzelfde enthousiasme naar het front doet trekken.
Dada! –
Dada ik ook courant, die in een en dezelfde kolom het in finesses uitgewerkte relaas brengt van een misdaad (waarvan de lezer, onder voorwendsel van medelijden gretig smult) met eene annonce van een nieuw en afdoend middel tegen rheumathische aanvallen en direct daaronder de mededeeling van de ontdekking der eerste meikever in Amersfoort.
Dada! –
In onzen tijd is de hoogste spanning der contrasten bereikt. Een algemeen contrôlemiddel bestaat niet meer. Dit komt in alles tot uiting, in de dollar en de mark. Het rekenen met astronomische getallen. De onmogelijkheid, een draaiorgel van een altaar te onderscheiden, of nonsens van geest.
Eenerzijds nieuwe menschen, die een nieuwe onbetwistbare orde opeischen, en dit toonen door strenge architectonische constructie, anderzijds »chaos«.
Voor den dadaïst is de wereld transparant. Hij ziet de meest tegenstrijdige en inconsequente handelingen op een en hetzelfde vlak in een en hetzelfde moment plaats grijpen.
De wereld komt voor hem voor als een afdruk van verschillende over elkâar geschoven photografische negatieven. Uitgezonderd het heimelijk bedrog, en de behoefte elkander moreel en physiek te vernietigen, bestaan er voor hem geen enkele wezenlijke contrôle om zich in deze chaos te oriënteeren.
Elke actie hoe goed gemeend en sterk ook wordt direct gevolgd door een reactie van gelijke intensiteit.
Elke schijnbare evolutie is slechts verandering van vorm, de zoogenaamde geestelijke inhoud onverschillig van welk product, wordt slechts bepaald door de oogenblikkelijke en subjectieve stemming.
Wanneer men b.v. in de Upanishade leest dat het universum gelijk is aan een boom wiens wortels in de hemel en wiens kruin in de aarde groeit dan is men hiervoor (vooral bij 'n schemerlamp) in groote bewondering.
Als men echter in onzen tijd van dada zegt: dat het is een vogel met vier pooten, een kwadraat zonder hoeken, dan is dit klinkklare onzin!
Dit is dada.
Toen mademoiselle Hania Routchine de Parijs een sentimenteel lied van Duparc zong, op een soirée dat men in Duparc stemming was, had dit uitbundige bijval; toen zij echter dit zelfde lied op een dadaïstische soirée in het »Théatre de L'Œuvre« zong, werd ze even uitbundig uitgefloten.
Dit is Dada!
Alles in onzen tijd is Dada, slechts de dadaïsten niet. Wanneer de dadaïsten dadaïsten waren, dan zouden immers de dadaïsten geen dadaïsten zijn.
De kunst is dada, de politiek: dada, philosofie: dada, revolutie: dada, oorlog: dada, vrede: dada! Dada is onzen tijd! Poincaré: dada. De duitsche keizer: Dada!
Dada is ondefinieerbaar, toch weet ieder wat dada is, omdat men in dada leeft.
Dada est une microbe vierge ––––
Il se transforme – affirme – dit en même temps le contraire – sans importance – crie – pêche à la ligne. Dada est le caméléon du changement rapide et intéressé.
(Tristan Tzara)
Het dadaïsme is in alle landen in wezen hetzelfde doch in zijne uiting verschillend. In Frankrijk waar het zich uit de philosofie van Bergson en de mystiek van L'Abbé Sorbon ontwikkelde het meest bespiegelend en vrij van tendenzen.
In Duitschland waar het zich uit de economische contrasten ontwikkelde meer politisch, in Amerika meer practisch en constructief. In Holland?
Overige vindplaatsen
[bewerken]- H.R. Heite (redactie), 'Dada in Drachten', Literair tydskrift, nummer 9/10 (november 1971): [p. 29-30].
- Holland's bankroet door dada. Documenten van een dadaïstische triomftocht door Nederland. Amsterdam: Ravijn, 1995, ISBN 9072768418, p. 20-23.