Tijdinghe uyt verscheyde Quartieren/1620/10 oktober/VVt VVarsou den 15. dito

Uit Wikisource
‘VVt VVarsou den 15. dito. [= 15 september 1620]’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit [Tijdinghe uyt verscheyde Quartieren], [zaterdag] 10 oktober 1620, [p. 1]. Publiek domein.
[ 1 ]

VVt VVarſou den 15. dito.

 Naer dien de Coninclijcke Majesteyt in Polen, door overweghinge van de over-al zwevende beroerten en Krijghs-lichtinghen, voor raetsaem heeft aenghesien, dat sijn Maje. alder-eerst een generale Rijcx-dach soude beschrijven, ende het Landt voor ooghen stellen het over-groote ende voor ooghen-zwervende perijckel: Soo heeft sijne Majesteyt besloten op den 3. November met rijpe beraedtslaginghe die selve uyt te schrijven, ende dese naevolgende Articulen voor te dragen: oock daer-nevens een Copy ghesonden aen alle Graven en Weywodschaften des gantschen Coninckrijcx, vanden Ontsegh-brief des Grooten Turcks, op dat sy weten souden watter omme gingh.
 1. Wat grooter schande ende smaedt het Landt seer schamperlijck van den Tarteren ende Turcken aen haren Ghesante tot Constantinopolen was weder-varen, ende hoe qualijck dat hy was afgheveerdicht.
 2. Voornamelhck, van weghen den Ontsegh-brief, de welcke niet van eenen slechten en gheringen Vyandt her-komt, maer van soodanighen, die onse Voor-vaders ende der gantscher Christenheydt ondraeghlijck is gheweest, wiens groote macht ende onversadelijcke tyrannije te verwachten is.
 3. Derhalven niet alleen een volkomene defensie is aen te stellen, maer ooc te beraetslagen, hoe ons krijchsvolck op des Vyandts eyghen Landt mach Krijgh voeren.
 4. Dewijle onse Nabuyren de ghehoorsaemheydt hebben gheweygert, ende alle middelen tot vrede veracht, ende wy oock dies-halven niet seker zijn connen so lange Bethlem Gabor in syn voornemen voort vaert, derhalven de Frontieren deser plaetsen, ende de Stadt Cracouw voornaemlijck wel moeten beset zijn.
 5. En die selve gelegentheyt heeft het oock met Bohemen, dan wie ist? als syns Nabuyrs huys brandt, die hem tselve niet soude aentrecken, of wie ist die dit perijckel soude cleyn achten.
 6. Men sal in stercke beraetslaghinghe trecken, hoe men in dese ghelegentheyt het Recht daer mede Slesien aen den Coningh van Polen verbonden is gheweest, wederom sal restitueren.
 7. Dewijlehet Slesische krijchsvolck op onse frontieren light, en tselve dit Landt seer beswaerlick is, die welcke teghens d’accoorden des Conincklijcke Majesteyts brieven (die hy met eyghen handen heeft onderteyckent, beneffens den Post) hebben op gehouden, des Coninghs en des Landts Secreet Zeghel op ghebroken, oock in Polen eenighe Edelluyden gheplundert, alles tegens recht en billickheyt.
 8. Dewijle den stilstandt met Sweden ten eynde loopt, en door de Commissarissen niet konnen behouden werden, datmen dan moet versorgen hoe Lijflant voor der Sweden inval mocht versekert werden.
 9. Dewijl’t openbaer is dat de Moscowijters niet liever sien, dan dat het Coninckrijck Polen van den Turck worde aenghetast ende ouerweldicht, so is noodich te beraetslaghen, hoemen het Rijck met het Lantschap Smolensko defenderen ende behouden mochte.
 10. Hoemen oock een bestendighe Krijghs-rustinge ende altijt-duerende defensie voorsichtelijc sal toestellen.