Tijdinghe uyt verscheyde Quartieren/1620/20 september/Schrijvens uyt der Wilde
Uiterlijk
‘Schrijvens uyt der Wilde confirmeert, dat het branden aldaer tot groote vreese vande Inwoonders noch niet op en hout, […]’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit [Tijdinghe uyt verscheyde Quartieren], [zondag 20 september], [p. 2]. Publiek domein. |
[ 2 ]Schrijvens uyt der Wilde confirmeert, dat het branden aldaer tot groote vreese vande Inwoonders noch niet op en hout, niet tegenstaende het groote devoir datter ghedaen wort, om te vernemen door wien het in’t werck gestelt wert, het is slimmer als Toverije, want men seyt dickwils twee of drie dagen te vooren op sulcken ure salder brant zijn, ende ’tgheschiet alsoo. Hier is uyt-geblasen, soo verre men een kan bekomen die brant aensteeckt, sal 400. Florijnen hebben: Het vermoeden is datter boose Menschen zijn, die dit in’t werck stellen, het maeckt sulcken schrick dat de Luyden dach en nacht in haer kleeren slapen, ende haer goet in Kelders ende Ghewulffelen verberghen.