Naar inhoud springen

Tubantia/Jaargang 40/Nummer 140/Een Honderd-jarig bestaan

Uit Wikisource
‘Een Honderd-jarig bestaan’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit Tubantia, donderdag 30 november 1911, 3e blad, [p. 1]. Publiek domein.
[ 3e blad, 1 ]

Een Honderd-jarig bestaan.


Zondagmorgen werd het honderdjarig bestaan van het kerkgebouw der Nederd. Herv. Gemeente te Ootmarsum in plechtige godsdienstoefening herdacht. De kerk was met groen versierd. De feestrede werd uitgesproken door ds. W. A. Vermeer, pred. te Appingedam, die deze gemeente van 1899 tot 1904 gediend heeft; naar aanleiding van Gen. 28 : 22a. In een woord vooraf, verbonden aan Ps. 47 : 10, deelde de tegenwoordige predikant G. J. van der Flier Jr. beknopt de geschiedenis mede, die tot het ontstaan van het kerkgebouw geleid heeft. Bij Kon. besluit van 13 Maart 1809 werd de groote kerk, meer dan 200 jaar in het bezit der Hervormden, door Lodewijk Napoleon toegewezen aan de Roomsch-Katholieken, gelijk op verschillende plaatsen in Twente geschiedde, terwijl aan de Hervormden eene som werd gegeven tot stichting van een nieuw gebouw. Nadat de moeilijkheden waren overwonnen, werd de eerste steen gelegd op den 12en Juni van dat jaar door A. Vosding van Beverforde, Hofmeier van het Hof Ootmarsum en H. K. Cramer, Baljuw van Twente, en den 24sten November 1811 werd de nieuwe kerk ingewijd des morgens door ds. P. Immink, die de gemeente bepaalde bij Mt. 21 : 13, en des namiddags door ds. H. Weddelink, die sprak over Ps. 122 : 1. Bij de jongste restauratie, die verleden jaar plaats vond, kwam aan het licht, dat de kansel dateert van 1614; het orgel bestaat reeds van vóór 1650. De gemeente, die in de verstrooiing leeft, toonde door een bizonder groote opkomst hare belangstelling in dezen dag.
De som, die de Protestanten voor den bouw van een nieuwe kerk uit de schatkist kregen, bedroeg f 12 600. Ook behielden ze de beide pastories, de banken, preekstoel, boeken en de meubelen der kerk.