Van zon en zomer/Avond
[ 12 ]
AVOND
De aarde geurde
Als 'n bruidsboeket,
De hemel beurde
Een rozenbed.
De stilte bloeide,
Alles werd stom —
De dag—vermoeide
Rustte alom.
Een arm mensch leunde
In de schemering — —
In zijn tranen kreunde
Hij: — lieveling!