|
Theater Soesman — De „glorie” van de Dadaïsten is alweer voorbij. Ze is maar heel kort geweest. Van langeren duur zal ze, naar wij meenen, zijn van de „Dada-ers” in bovengenoemd theater. De heer Soesman is ook bezoeker van de Rotterdamsche Dada-avonden geweest en heeft er, wat maar van enkelen gezegd kan worden, wat geleerd, n.l. een nieuw „Dada”-tafereel te ontwerpen, dat in ter Hall’s revue „Nou, nou” werd ingelascht. Hier is „Dada” op zijn plaats. En men is met de imitatie zeer gelukkig geweest. De aankleeding van de „dadaisten” is nauwkeurig nagebootst. De bezoekers kunnen genieten van Zwoert Kitters (Kurt Schwitters), Leo Poedelburg (Theo van Doesburg) en aan den vleugel Anna Klopgeist (mevr. van Doesburg). Bovendien helpen de heeren J. Buziau (Gerrit) en S. Nieuwenhuizen (Toontje) een beetje dadaïstisch kabaal maken. Alles, wat de Dadaïsten brachten, wordt heerlijk belachelijk gemaakt. Een pianiste geeft onzinnige muziek, „Pietje” is een aardige parodie op „Anna Blume” en „De erwtensoep van gisteren” doet de aanwezigen brullen. Ten slotte zegt Toontje een Dadaïstisch ABC. Een „waarheid” wordt verkondigd, als Toon de dadaïsten laat zeggen: „De gekken betalen en wij halen”. Een zak, waarin de recette zich bevindt, bewijst de juistheid.
Het is een zeer goed geslaagd tafereel, dat de revue „Nou, nou” verhoogt. Naar wij vernemen, zullen Vrijdag a.s. wederom eenige nieuwe tafereelen worden ingelascht.
|
