Wetboek van Strafrecht Suriname (ambtsmisdrijven)
← Vernieling of beschadiging van goederen | Wetboek van Strafrecht Suriname (2005) door Overheid | Scheepvaart- en luchtvaartmisdrijven → |
TITEL XXVIII
AMBTSMISDRIJVEN
Artikel 421
De bevelhebber der gewapende macht die weigert of opzettelijk nalaat, op de wettige vordering van het bevoegde burgerlijk gezag, de onder zijn bevel staande macht aan te wenden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren.
Artikel 422
De ambtenaar die opzettelijk de bijstand der gewapende macht inroept tegen de uitvoering van wettelijke voorschriften, van wettige bevelen van het openbaar gezag of van rechterlijke uitspraken of bevelschriften, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.
Indien die uitvoering daardoor wordt verhinderd, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren.
Artikel 423
De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast persoon die opzettelijk geld, ongemunt goud of geldswaardig papier, dat hij in zijn bediening onder zich heeft, verduistert, of toelaat dat het door een ander weggenomen of verduisterd wordt, of die ander daarbij als medeplichtige ter zijde staat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.
Artikel 424
De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast persoon die opzettelijk boeken of registers, uitsluitend bestemd tot controle van de administratie, valselijk opmaakt of vervalst, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren.
Artikel 425
De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast persoon die opzettelijk zaken bestemd om voor de bevoegde macht tot overtuiging of bewijs te dienen, akten, bescheiden of registers, welke hij in zijn bediening onder zich heeft, verduistert, vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt, of toelaat dat zij door een ander worden weggemaakt, vernield, beschadigd of onbruikbaar gemaakt, of die ander daarbij als medeplichtige ter zijde staat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden.
Artikel 426
De ambtenaar die een gift of belofte aanneemt, wetende dat zij hem gedaan wordt ten einde hem te bewegen om, zonder daardoor in strijd met zijn plicht te handelen, in zijn bediening iets te doen of na te laten, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.
Artikel 427
Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren wordt gestraft de ambtenaar:
- 1o. die een gift of belofte aanneemt, wetende dat zij hem gedaan wordt ten einde hem te bewegen om, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening iets te doen of na te laten;
- 2o. die een gift aanneemt, wetende dat zij hem gedaan wordt ten gevolge van of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan of nagelaten.
Artikel 428
De rechter die een gift of belofte aanneemt, wetende dat zij hem gedaan wordt ten einde invloed te oefenen op de beslissing van een aan zijn oordeel onderworpen zaak, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren.
Indien die gift of belofte wordt aangenomen met het bewustzijn dat zij gedaan wordt om een veroordeling in een strafzaak te verkrijgen, wordt de rechter gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren.
Artikel 429
De ambtenaar die door misbruik van gezag iemand dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren.
Artikel 430
De ambtenaar die in de uitoefening zijner bediening, als verschuldigd aan hem zelf, aan een ander ambtenaar of aan enige openbare kas, vordert of ontvangt of bij een uitbetaling terughoudt hetgeen hij weet dat niet verschuldigd is, wordt, als schuldig aan knevelarij, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.
Artikel 431
De ambtenaar die, belast met de bewaking van iemand die op openbaar gezag of krachtens rechterlijke uitspraak of beschikking van de vrijheid is beroofd, hem opzettelijk laat ontsnappen [ 89 ]of bevrijdt of bij zijn bevrijding of zelfbevrijding behulpzaam is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren.
Indien de ontsnapping, bevrijding of zelfbevrijding aan zijn schuld te wijten is, wordt hij gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.
Artikel 432
Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren wordt gestraft:
- 1o. de ambtenaar met het opsporen van strafbare feiten belast, die opzettelijk niet voldoet aan de vordering om van een wederrechtelijke vrijheidsroving te doen blijken of daarvan aan de hogere macht opzettelijk niet onverwijld kennis geeft;
- 2o. de ambtenaar die, na in de uitoefening van zijn bediening kennis te hebben bekomen dat iemand op onwettige wijze van de vrijheid is beroofd, opzettelijk nalaat daarvan onverwijld kennis te geven aan een ambtenaar met het opsporen van strafbare feiten belast.
De ambtenaar aan wiens schuld enig in dit artikel omschreven verzuim te wijten is, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.
Artikel 433
Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar wordt gestraft het hoofd van een gesticht, bestemd tot opsluiting van veroordeelden, voorlopig aangehoudenen of gegijzelden, of van een openbaar opvoedingsgesticht of van een krankzinnigengesticht, die weigert te voldoen aan een wettige vordering om iemand, die in het gesticht is opgenomen, te vertonen, of om inzage te geven van het register van inschrijving of van de akte waarvan de inschrijving bij wet gevorderd wordt.
Artikel 434 [1]
De ambtenaar die, met overschrijding van zijn bevoegdheid of zonder inachtneming van de bij wet bepaalde vormen, hetzij in de woning of in het bij een woning behorend erf, hetzij in het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik of aan een ander toebehorend, diens ondanks binnentreedt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.
Met gelijke straf wordt gestraft de ambtenaar die, ter gelegenheid ener huiszoeking, met overschrijding van zijn bevoegdheid of zonder inachtneming van de bij wet bepaalde vormen, geschriften, boeken of andere papieren onderzoekt of in beslag neemt.
Artikel 435 [2]
De ambtenaar die, met overschrijding van zijn bevoegdheid, zich doet overleggen of in beslag neemt een aan enige openbare instelling van vervoer toevertrouwde brief, briefkaart, stuk of pakket, of een telegrafisch bericht dat zich in handen bevindt van een ambtenaar der telegrafie of van andere personen belast met de dienst van een ten algemene nutte gebezigde telegraafinrichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren. Dezelfde straf wordt opgelegd aan de ambtenaar die, met overschrijding van zijn bevoegdheid, zich door een ambtenaar der telefonie of door andere personen belast met de dienst van een ten algemene nutte gebezigde telefooninrichting, doet inlichten terzake van enig verkeer hetwelk door tussenkomst van die instelling is geschied.
Artikel 436
Artikel 437
De ambtenaar van enige openbare instelling van vervoer die een aan zodanige instelling toevertrouwde brief, briefkaart, stuk of pakket opzettelijk aan een ander dan de rechthebbende afgeeft, vernietigt, wegmaakt, zich toeëigent, of de inhoud wijzigt of enig daarin gesloten voorwerp aan een ander dan de rechthebbende afgeeft, vernietigt, wegmaakt of zich toeëigent, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren.
Indien zodanig stuk of voorwerp geldswaarde heeft, wordt de toeëigening gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.
Artikel 438
De ambtenaar der telegrafie of enig ander persoon belast met het toezicht op of met de dienst van een ten algemene nutte gebezigde telegraafinrichting, wordt gestraft:
- 1o. met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden, indien hij de inhoud van een aan de telegrafie of aan zodanige inrichting toevertrouwd bericht opzettelijk en wederrechtelijk aan een ander bekendmaakt of een telegram opzettelijk en wederrechtelijk opent, daarvan inzage neemt of de inhoud aan een ander bekendmaakt;
- 2o. met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren, indien hij een aan de telegrafie of aan zodanige inrichting toevertrouwd bericht of een telegram opzettelijk aan een ander dan de rechthebbende afgeeft, vernietigt, wegmaakt, zich toeëigent of de inhoud wijzigt.
Artikel 439 [3]
De ambtenaar der telefonie of enig ander persoon belast met het toezicht op of met de dienst van een ten algemene nutte gebezigde telefooninrichting, die de inhoud van een door tussenkomst van de telefonie of van zodanige inrichting gevoerd gesprek opzettelijk en wederrechtelijk aan een ander bekend maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden.
Artikel 440 [4]
De ambtenaar van enige openbare instelling van vervoer of der telegrafie of telefonie of enig ander in artikel 438 of artikel 439 bedoeld persoon die opzettelijk toelaat, dat een ander een der in de artikelen 436-439 vermelde feiten pleegt, of die ander daarbij als medeplichtige ter zijde staat, wordt gestraft met de straffen en naar de onderscheidingen in die bepalingen vastgesteld.
Artikel 441
De ambtenaar die opzettelijk deelneemt, middellijk of onmiddellijk, aan aannemingen of leverantiën waarover hem op het tijdstip der handeling geheel of ten dele het bestuur of toezicht is opgedragen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste twaalf honderd gulden.
Artikel 442
De ambtenaar van de burgerlijke stand die iemands huwelijk sluit, wetende dat deze daardoor een dubbel huwelijk aangaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.
De ambtenaar van de burgerlijke stand die iemands huwelijk sluit, wetende dat daartegen enig ander wettig beletsel bestaat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.
Artikel 443
Bij veroordelingen wegens een der in de artikelen 423, 427, 428, 430, 437, laatste lid en 442, eerste lid, omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 46 No. 3 en 4 vermelde rechten worden uitgesproken.