Wetboek van Strafrecht Suriname (valsheid in zegels en merken)

Uit Wikisource
[ 59 ]

TITEL XI
VALSHEID IN ZEGELS EN MERKEN

Artikel 268 [1]

Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren wordt gestraft:

1o. hij die van staatswege uitgegeven zegels namaakt of vervalst, met het oogmerk om die zegels als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
2o. hij die, met gelijk oogmerk, zodanige zegels vervaardigt door wederrechtelijk gebruik te maken van echte stempels.

Artikel 269 [2]

Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren wordt gestraft:

1o. hij die op voorwerpen aan ijk onderworpen valse staatsmerken plaatst of echte vervalst, met het oogmerk om die voorwerpen te gebruiken of door anderen te doen gebruiken alsof de daarop geplaatste merken echt en onvervalst waren;
2o. hij die, met gelijk oogmerk, op de bedoelde voorwerpen merken plaatst door wederrechtelijk gebruik te maken van echte stempels.

Artikel 270

Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren wordt gestraft:

1o. hij die andere dan de in artikel 269 bedoelde merken, die krachtens wettelijk voorschrift op goederen of hun verpakking moeten of kunnen worden geplaatst, daarop valselijk plaatst of echte vervalst, met het oogmerk om die goederen te gebruiken of door anderen te doen gebruiken alsof de daarop geplaatste merken echt en onvervalst waren;
2o. hij die, met gelijk oogmerk, op de bedoelde goederen of hunne verpakking merken plaatst door wederrechtelijk gebruik te maken van echte stempels;
3o. hij die echte merken gebruikt voor goederen of hun verpakking waarvoor die merken niet bestemd zijn, met het oogmerk om die goederen te gebruiken alsof de bedoelde merken daarvoor bestemd waren.

Artikel 271

[ 60 ]

Hij die opzettelijk valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde zegels, tekenen of merken, of de voorwerpen waaraan zij wederrechtelijk verbonden zijn, gebruikt, verkoopt, te koop aanbiedt, aflevert, ten verkoop in voorraad heeft of binnen Suriname invoert, als waren die zegels, tekenen of merken echt en onvervalst en niet wederrechtelijk vervaardigd of wederrechtelijk aan de voorwerpen verbonden, wordt gestraft met dezelfde straffen als in de artikelen 268-270 zijn bepaald, naar de daar gemaakte onderscheidingen.

Artikel 272 [3]

Hij die maten, gewichten of weegwerktuigen, nadat zij van een ijkmerk zijn voorzien, vervalst met het oogmerk om ze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van vervalste maten, gewichten of weegwerktuigen als waren zij echt en onvervalst.

Artikel 273

Hij die voorwerpen aan ijk onderworpen ontdoet van het daarop geplaatste afkeuringsmerk, met het oogmerk om die voorwerpen te gebruiken of door anderen te doen gebruiken als waren zij niet afgekeurd, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar.

Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk deze van het afkeuringsmerk ontdane voorwerpen gebruikt, verkoopt, te koop aanbiedt, aflevert of ten verkoop in voorraad heeft, als waren zij niet afgekeurd.

Artikel 274 [4]

Hij die van staatswege uitgegeven zegels, welke reeds tot gebruik hebben gediend, ontdoet van het merk bestemd om ze voor verder gebruik ongeschikt te maken, met het oogmerk om die zegels te gebruiken of door anderen te doen gebruiken als waren zij nog niet gebruikt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

Met dezelfde straffen wordt gestraft hij die opzettelijk deze van dat merk ontdane zegels gebruikt, verkoopt, te koop aanbiedt, aflevert, ten verkoop in voorraad heeft of binnen Suriname invoert, als waren zij nog niet gebruikt.

Artikel 275 [5]

De bepalingen van de artikelen 268, 270, 271 en 274 zijn naar de daar gemaakte onderscheidingen mede van toepassing, indien de daarin omschreven feiten worden gepleegd met betrekking tot zegels of merken van een buitenlandse mogendheid of een volkenrechtelijke organisatie.

Artikel 276 [6]

Hij die stoffen of voorwerpen voorhanden heeft waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van enig in artikel 268 of in artikel 275 in verband met artikel 268 omschreven misdrijf, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden. [ 61 ]

 

De stoffen en voorwerpen worden verbeurd verklaard.

Artikel 277 [7]

Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 268-275 omschreven misdrijven, kan ontzetting van de in artikel 46 No. 1-4 vermelde rechten worden uitgesproken.

  1. Gew. bij G.B. 1938 no. 38, S.B. 1984 no. 17.
  2. Gew. bij G.B. 1938 no. 38, S.B. 1984 no. 17.
  3. Ingev. bij G.B. 1945 no. 108.
  4. Gew. bij G.B. 1938 no. 38, G.B. 1938 no. 39, S.B. 1984 no. 17.
  5. Ingev. bij G.B. 1926 no. 56; Gew. bij G.B. 1972 no. 55, S.B. 1984 no. 17.
  6. Gew. bij G.B. 1926 no. 56.
  7. Gew. bij G.B. 1926 no. 56.