Zondagsblad van het Volksdagblad/Jaargang 1/Nummer 11/Sociologie

Uit Wikisource
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Sociologie. Egoïsme, Indivisualisme, Anarchisme [1]
Auteur(s) Theo van Doesburg
Datum 20 februari 1915
Titel Sociologie. Egoisme, Indivisualisme, Anarchisme
Tijdschrift Zondagsblad van het Volksdagblad
Jg, nr, pg 1, 11, ?
Opmerkingen De zetfout in alinea zeven is omwille van de leesbaarheid gecorrigeerd
Brontaal Nederlands
Auteursrecht Publiek domein

Sociologie.


Egoisme, Individualisme, Anarchisme.

Theo van Doesburg.

      Het begin van de twintigste eeuw, maar vooral het tijdperk, dat wij nu beleven is er een van zware wijsbegeerte. Dat komt, doordat de wijsbegeerte en de ethiek welke berustten op het liefhebben van onze naasten — vernietigt wordt of wellicht reeds vernietigd is. Indien er eens een wijsbegeerte van de werkelijkheid geschreven werd zou die er heel anders uitzien dan de wijsbegeerte der studeerkamers. In de wijsbekeerte der werkelijkheid zouden de woorden macht, bezit, roof, moord, kapitaal, bloed dikwijls herhaald worden. Ja, over die onderwerpen zouden vele hoofdstukken afzonderlijk handelen. Een lijvig deel van deze wijsbegeerte zou in beslag genomen worden door de onderwerpen Egoïsme, huichelarij, lafheid, Socialisme en Volksverraad. Ik geloof feitelijk, wanneer wij hetgeen er op ’t oogenblik in het openbaar en in het verborgen gebeurt, onder het Imperialisme van de twintigste eeuw maar eens precies konden neerschrijven wij al aardig bezig zouden zijn de wijsbegeerte der werkelijkheid neer te schrijven.
      Wij zien dat de wijsheid van het christendom ’n belachelijke caricatuur is geworden. Wij zien dat de wijsbegeerte van de Schoonheid, ’n geteisterd gebouw is geworden. Wij zien dat het socialisme met haar oppervlakkige wijsheid ’n groote lachspiegel is waar elk’ een zich klein en verdraaid in terug kan vinden.
      Wij lachen; wij vloeken; wij huilen; wij verachten. En dat maakt onze wijsbegeerte zoo zwaar.
      Wij zien menschen die met de monden den oorlog vloeken, maar met de handen nemen zij de wapens op.
      Wij zien menschen die den huichelachtigen mond vol hebben over internationalisme en wanneer het uur komt, dat zij hun internationalisme met hun gansche wezen bewijzen moeten, houden zij zich in slaap.

      Heusch, geloof mij, er is niemand, die „ja” kan zeggen op de vraag: hebt gij de menschheid lief? Meen niet dat er zoo iemand bestaat. Indien de kunstenaar het zegt: wantrouw hem; indien de wijsgeer het zegt, wantrouw hem; indien de predikant het zegt, wantrouw hem; indien de koning het zegt, wantrouw hem; indien de redenaar of volksleider het zegt, wantrouw hem. Want in waarheid beminnen allen slechts zichzelve. En de grondoorzaken van alle Kunst, Godsdienst, Wijsbegeerte, Politiek zijn slechts terug te vinden in de liefde tot het Ik.
      Wanneer de kunstenaar zegt dat hij de menschheid liefheeft, hij heeft slechts zichzelf lief; wanneer de wijsgeer zegt dat hij de menschheid liefheeft, hij heeft slechts zichzelf lief; wanneer de wijsgeer zegt dat hij en de volksleider het zeggen dan meenen zij dat zij slechts zichzelf liefhebben.
      Dit is een der voornaamste openbaringen van het egoïsme.
      En aangezien het geheel wereldstelsel op dit egoïsme berust moeten alle vraagstukken aangaande ethiek, kunst, godsdienst, wijsbegeerte van uit het Egoïsme behandeld worden.

      Het geheele wereldimperialisme met zij gehuichel van vaderlandsliefde en eer is slechts ’n sterke uitdrukking van het Egoïsme.
      Het geheele socialisme met zijn gehuichel van internationalisme, Gelijkheid en Recht is weder ’n andere uitdrukking van het Egoïsme.

      Zoo is ten slotte het Egoïsme de machtigste drijfveer tot den Oorlog.
      Maar wat is dat toch dat Egoïsme wanneer het zoo’n allesbeheerschende macht vertegenwoordigt? Is het eenvoudig de begeerte zijn geld te willen behouden en te verzamelen; zijn goed te willen behouden en op te hoopen? Neen het egoïsme wortelt oneindig dieper.
      Egoïsme is het bewustzijn zichzelf toe te behooren en de onmogelijkheid zich zelf in anderen op te lossen.
      Het Egoïsme treedt in op het oogenblik dat iemand zijne waarachtige gevoelend, gedachten en overtuiging aan anderen onthoudt. En aangezien dat Egoïsme zoo sterk is, kennen de menschen elkander zoo slechts, wantrouwen de menschen elkander zoo zeer, haten de menschen elkander zoo vurig; wapenen de menschen zich tegen elkander zoo geweldig. Dit zelfde Egoïsme maakt dat alle organisaties — zooals wij nu met de Soc. Democratische organisatie gezien hebben — als droog zand uit elkaar vallen. Dit zelfde Egoïsme maakt dat het wereldproletariaat schandelijk verraden is.
      De boosaardigheid van het Egoïsme schuilt in de manier waarop het ommanteld wordt met mooi-klinkende namen als naastenliefde, vaderlandsliefde, heldenmoed, godsdienst enz. Indien openlijk van deze drijfveer bekend werd wij zouden Egoïsme tegenover Egoïsme kunnen stellen, maar het is juist door den dekmantel der liefde (tot het volk, tot het vaderland, tot den koning enz.) dat geheele massa’s hun Egoïsme prijsgeven om voedsel te zijn voor het Egoïsme van anderen.

      Indien het Volk slechts zijn eigen Egoïsme begreep, indien het Volk maar handelde uit eigen Egoïsme en niet de prooi werd van het Egoïsme van anderen, het zou ophouden handelingen te verrichten lijnrecht tegen zijn belang in. Want daarin schuilt de groote fout van het Volk. Uit deze fout komt zijn ondergang voort, die nu bewerkt is door het Egoïsme, door het ¹) Imperatorisch egoïsme dat sterk en met vele middelen bezig is het egoïsme van het gansche Volk te verpletteren.

(Wordt vervolgd.)      


      ¹) Hieronder ook het Socialisme en de Kerk te verstaan.