Album der Natuur/1858/Landslakken

Uit Wikisource
Landslakken tot spijze (1858) door Alexander Willem Michiel van Hasselt
'Landslakken tot spijze,' werd gepubliceerd in Album der Natuur (zevende jaargang (1858), pp. 127-128. Dit werk is in het publieke domein.
[ 127 ]
 

LANDSLAKKEN TOT SPIJZE.


Op de Spaansche markten, het overvloedigst op die van Murcia en Valencia, ziet men eene waar, die in Noord-Duitschland hoogst zeldzaam is, in de grootste hoeveelheid en verscheidenheid ter verkoop aangeboden: slakken namelijk (caracoles]. In Noord-Duitschland eet men slechts ééne soort, de groote wijngaardslak: Helix Pomatia[1]. In Spanje heeft rossmässler[2], aan wien wij dit berigt ontleenen, 14 soorten van landslakken, alle van het geslacht onzer gewone huisjesslak (Helix), in onbegrijpelijke hoeveelheid overal te koop zien aanbieden en tot spijze verbruiken. Het zijn die soorten, welke bij de natuurkundigen bekend zijn als 1) Helix alonensis F. en 2) H. camperino Ezq.—van alle de meest gezochte en als serranos, bergslakken, dikwijls duur betaald;—voorts 3) H. adspersa M., 4) H. lactea M., 5) H. punctata M., 6) H. pisana M., 7) H. variabilis M., 8) Arigonis Rossm., 9) H. vermiculata M., 10) H. splendida Dr., 11) H. Terverii Mich., 12) H. hispanica Partsch, 13) H. loxana Rossm. en 14) H. carthaginiensis Rossm.—Van deze wordt, zoover mij bekend is, alleen H. adspersa ook in Nederland in het wild aangetroffen.

Men stooft in Spanje deze slakken, vooral de straksgenoemde bergslakken, met het slakkenhuis in geurig vleeschnat en slurpt bij het eten het gansche dier met zijn mond uit het huisje uit.

Door dit algemeen gebruik dezer slakken kwam rossmässler op [ 128 ]zijne reis door Spanje in de voor hem aangename gelegenheid om op zeer vele plaatsen op de markten gansche korven vol van de in onze zoölogische verzamelingen hoogst zeldzame soorten levend aan te treffen.

Zonderling, dat men in de wetenschap juist den naam van Carocolla geeft aan een geslacht dezer dieren, dat nooit tot spijze gebruikt wordt. Al wat in Spanje toch, zoo algemeen, carocol heet, behoort tot het geslacht Helix en niet tot Carocolla.

v. H. 


  1. Ook deze heet bij ons karokol. Ik heb ze wel op enkele buitenplaatsen in Holland en Friesland opzettelijk in het bosch geplant gezien. In het zuiden van Duitschland dient zij vooral ook in den vastentijd tot voedsel. In Zeeland en Staats Vlaanderen eet men ook wel de alikruik (Turbo littorens) Zie baster, Natuurkundige Uitspanningen, I, bl. 127-128; maar dit is een hoornslak, die in zee te huis behoort.
  2. Reise-Erinnerungen aus Spanien, 2e Auflage, Leipzig 1857, I, p. 166—168,