Codex Hammurabi

Uit Wikisource

Codex Hammurabi

Auteur Hammurabi
Genre(s) Wetboek
Brontaal Nederlands
Datering 1700 v.Chr.
Vertaler RWH Smit
Bron [1]

[2]

Auteursrecht Publiek domein

Proloog

Toen de grote Anu, koning van de Anunnaki, en Bel, heer van hemel en aarde, hij die het lot van het land bepaald, de regels van de mensheid toevertrouwde aan Marduk, de voornaamste zoon van Ea; toen ze hem groot maakte te midden van de Igigi; toen ze de grote naam van Babylon noemde; toen ze beroemd werden in alle hoeken van de wereld en in hun midden een eeuwigdurend koninkrijk stichten waarvan de funderingen zo sterk waren als de hemel en de aarde - toen riepen Anu en Bel mij, Hammurabi, de verheven prins, de aanbidder van de goden, om justitie te laten zegevieren, om het boze en het kwade te vernietigen, om te voorkomen dat de sterken de zwakken onderdrukken, zodat ik zou heersen over de zwarte-koppige mensen als Šamaš, om het land te verlichten en de welvaart van de mensen te verhogen. Hammurabi, de heerser benoemd door Bel, ben ik, degene die overvloed en weelde bracht, degene die alles compleet maakte voor Nippur en Durilu; de verheven aanhanger van E-kur; de wijze koning die Eridu herstelde, degene die het heiligdom van E-aspu zuiverde; degene die de vier hoeken van de wereld veroverde; degene die de faam van Babylon groot maakte, degene die het hart van Marduk, zijn heer, verblijd; degene die zijn aanbidders in Esagila beloont; de koninklijke telg die Sin gewon; degene die de stad Ur vulde met overvloed; de vrome en nederige, degene die overvloed bracht naar E-gis-sir-gal; de diplomatische koning die gehoorzaam is aan de machtige Šamaš; degene die Sippar heroprichte; degene die de schrijn van Malkat bekleedde met groen; degene die E-babbara inrichte, wat een hemelse woning is; de krijger, de beschermer van Larsa, degene die E-babbara herbouwde voor Šamaš, zijn helper; de heer, degene die leven gaf aan de stad Uruk; degene die water in overvloed gaf aan haar inwoners; degene die de torens van Eanna liet bouwen; degene die rijkdom bracht naar Anu en Nana; de goddelijke beschermer van het land; degene die de verspreide volkeren van de Isin verzamelde; degene die E-gal-mah luxueuze rijkdom leverde; de monarch, de stads koning, de broer van Za-ma-ma: degene die de funderingen van de nederzetting Kisj bouwde; degene die E-te-me-ur-sag omringde met pracht; degene die de grote schrijnen van Nana bouwde; de beschermheilige van de tempel van Har-sag-kalama, het graf van de vijand; wiens hulp overwinning brengt; degene die de grenzen van Kutha verlengde; degene die Shid-lam verlengde in elke mogelijke manier; de machtige stier, degene die de vijand spietst; de geliefde van Tu-tu; degene die de stad Borsippa mooi maakte; de verhevene die zich onvermoeibaar inzette voor het welzijn van Jezidi's; de goddelijke stads koning, wijs en intelligent, degene die de nederzettingen van Dilbat uitbereide; degene die graan opsloeg voor de machtige Uras; de heer die versierd is met scepter en kroon, degene die door de god Ma-ma bekleed is met complete macht; degene die de grenzen van Kisj definieerde; degene die de heilige banketten van Nin-tu verrijkte; de wijze en perfecte, degene die Lagasj en Girsu van voedsel en drinken voorzag; degene die grote offers bracht in de tempel van Ninurta; degene die de vijand grijpt, de gunsteling van de verheven god; degene die de wetten van Aleppo uitvoerde; degene die het hart van Ištar verblijd; de illustere prins, wiens gebed wordt verhoort door Adad; degene die het hart van Adad, de krijger, in Karkar pacificeert; degene die de eredienst in E-ud-gal-gal herstelde; de koning die leven gaf aan Ud-nun-ki; de weldoener van de tempel E-mah; de vorstelijke stads koning; de soldaat die geen gelijke kent; degene die leven gaf aan de stad Mashkan-shabri; degene die overvloed uitstortte over Shid-lam; de wijze bestuurder die de geheime grot van de bandieten doordrong en een schuilplaats voorzag voor de volkeren van Malka vanwege hun tegenslag, en hun allen van meer dan genoeg woningen voorzag; degene die de prachtige offergaven voor Ea en Dam-gal-nunna vaststelde, die zijn domijn had uitgebreid; de stads koning die de eerste in rank was; degene die de nederzettingen langs de Eufraat onderwierp; de krijger van Dagan, zijn maker; degene die de volkeren van Mera en Tutul beschermde; de verheven prins, die het gezicht van Nana laat schijnen; degene die schitterende banketten voor Nin-a-zu oprichtte; degene die zijn volk hielp in tijden van nood; degene die zijn volk's bezittingen veiligstelde in Babylon; de heerser van het volk, de dienaar, wiens daden Ištar verblijden; degene die Ištar voorzag in de tempel van Dumash in de buitenwijk van Agade; degene die het recht liet zegevieren en volgens de wet regeerde; degene die de stad Ashur haar beschermende god teruggaf; degene die de rijzende zon briljante liet glansen; De koning die de naam van Nana glorieus beroemd maakte in E-mish-mish in Nineveh; de verhevene; degene die zich bescheidde voor de grote goden; de opvolger van Sumulailu; de machtige zoon van Sin-Muballit; de koninklijke telg van de eeuwigheid, de machtige koning, de zon van Babylon, degene die het licht voort liet gaan over de landen van Soemerië en Akkad; de koning die de vier hoeken van de wereld gehoorzaam maakte; de gunsteling van Nana, dat ben ik. Toen Marduk me stuurde om over het volk te heersen en het land te helpen, richte ik wet en justitie in het land op, en bevorderde ik het welzijn van het volk.

De Wetten

[sommige weten zijn verloren gegaan, deze worden aangegeven met <verloren>]

[sommige delen tekst zijn verloren gegaan, deze worden aangegeven met (...)]

  1. Als een man een andere man beschuldigt van een (zware) misdrijf, maar het niet kan bewijzen, dan zal hij, de beschuldiger, ter dood worden gebracht.
  2. Als een man een andere man beschuldigt van een tovenarij, maar het niet kan bewijzen, dan zal hij die beschuldigt wordt naar de rivier gaan, waar hij in zal springen, als hij verdrinkt, dan krijgt de beschuldiger zijn huis/landgoed. maar als de beschuldigde niet verdrinkt, dan zal de beschuldiger ter dood worden gebracht. de beschuldigde krijgt het huis/landgoed van de beschuldiger.
  3. Als een man in een rechtszaak over leven of dood een valse getuige of een valse getuigenis voortbrengt, zal hij ter dood worden gebracht.
  4. Als een man in een rechtszaak getuigt voor graan of geld, zal hij de straf van de beschuldigde krijgen.
  5. Als een rechter uitspraak doet, en deze blijkt fout te zijn, dan zal hij de opgelegde boete maal twaalf krijgen, en bovendien zal hij publiekelijk verwijdert worden van zijn positie en nimmer meer mag hij een rechtszaak voorzitten.
  6. Als een man iets steelt uit een tempel of paleis, dan zal hij ter dood worden gebracht; en ook zal degene die het gestolen goed heeft gekregen, ter dood worden gebracht.
  7. Als een man zilver of goud, een mannelijke of vrouwelijk slaaf, een schaap of een ezel, of iets anders koopt of in vertrouwen krijgt van andermans zoon of slaaf zonder getuigen of contracten, dan zal hij worden beschouwd als dief en zal hij ter dood worden gebracht.
  8. Als een man een os of een schaap, een ezel, varken of geit steelt, dan zal hij deze dertigvoudig terugbetalen als het van een tempel of een paleis is, en tienvoudig als het van een vrij man is. Als de dief nergens mee kan betalen, dan zal hij ter dood worden gebracht.
  9. Als een man (de eigenaar) iets heeft verloren, en ontdekt dat dit in het bezit is van een andere man (de koper), en deze beweert: "Een handelaar heeft dit aan mij verkocht, ik heb het gekocht in aanwezigheid van getuigen" en de eigenaar van het eigendom zegt: "Ik zal getuigen voortbrengen om mijn verloren eigendom te identificeren" als de koper de verkoper die het eigendom aan hem heeft verkocht voortbrengt; en de getuigen, in wiens aanwezigheid het eigendom is gekocht, en de eigenaar getuigen voortbrengt die zijn eigendom identificeren, dan zullen de rechters hun getuigenissen onderzoeken. de getuigen in wiens aanwezigheid het eigendom is gekocht, en de getuigen die het eigendom hebben geïdentificeerd, zullen hun getuigenissen afleggen in de aanwezigheid van (een) god. Als de verkoper een dief blijkt te zijn, dan zal hij ter dood worden gebracht; de eigenaar krijgt zijn eigendom terug; en de koper krijgt van de bezitting(en) van de verkoper zijn geld terug.1
  10. Als de koper niet in staat is om de verkoper of de getuigen in wiens aanwezigheid het eigendom is gekocht, voort te brengen, en als de eigenaar van het verloren eigendom getuigen die zijn eigendom identificeren voortbrengt, dan zal de koper als een dief worden beschouwd en zal hij ter dood worden gebracht, de eigenaar krijgt dan zijn eigendom terug.1
  11. Als de eigenaar van het verloren eigendom geen getuigen die zijn eigendom kunnen identificeren kan voortbrengen, dan heeft hij gefraudeerd en twist aangewakkerd en zal hij ter dood worden gebracht.1
  12. Als de verkoper is gestorven, dan zal de koper voor zijn opgelopen schade in deze zaak vijfvoudig worden hersteld van de nalatenschap van de verkoper.1
  13. Als de getuigen van die man (de eigenaar) niet bij de hand zijn, dan zullen de rechters een uitstel van 6 maanden vaststellen, als de man zijn getuigen niet voortbrengt binnen deze 6 maanden, dan heeft deze man fraude gepleegd en zal hij zelf de straf verduren die opgelegd is in deze zaak.1
  14. Als een man andermans minderjarige zoon steelt, dan zal hij ter dood worden gebracht.
  15. Als een man een mannelijke of een vrouwelijke slaaf van het paleis, of een mannelijke of vrouwelijke slaaf van een vrij man helpt met het ontsnappen van de stadspoort, dan zal hij ter dood worden gebracht.
  16. Als een man in zijn huis een mannelijke of vrouwelijke slaaf die is gevlucht van het paleis of van een vrij man schuilhoudt, en deze niet voortbrengt bij de oproep van de commandant, dan zal de eigenaar van dat huis ter dood worden gebracht.
  17. Als een man een mannelijke of vrouwelijke voortvluchtige slaaf in het veld grijpt, en deze (slaaf) terugbrengt naar zijn eigenaar, dan zal de eigenaar van de slaaf hem 2 sjekkel2 zilver betalen.1
  18. Als de slaaf de naam van zijn eigenaar weigert te noemen, dan zal de man de slaaf naar het paleis brengen, en zij zullen navraag doen naar zijn/haar antecedenten en hem/haar terugbrengen naar zijn/haar eigenaar.1
  19. Als de man de slaaf in zijn huis vasthoudt, en deze later teruggevonden wordt in zijn bezit, dan zal de man ter dood worden gebracht.1
  20. Als de slaaf zijn overweldiger ontsnapt, dan zal deze dat aangeven in de naam van een god aan de eigenaar van de slaaf, en vrijuitgaan.1
  21. Als een man een gat in een huis maakt (om in te breken), dan zal hij voor dat gat ter dood worden gebracht en begraven.
  22. Als een man rooft en wordt gevangen, dan zal hij ter dood worden gebracht.1
  23. Als de rover niet gevangen wordt, dan zal de man die berooft is in de aanwezigheid van een god een gespecificeerde opgave van zijn verlies geven, en de stad en de gouverneur, in wiens provincie en jurisdictie de roof is gepleegd, zullen zijn verlies vergoeden.1
  24. Als een man zijn leven verliest (bij de roof), dan zullen de stad en de gouverneur 1 mina3 zilver aan zijn erfgenamen betalen.1
  25. Als een brand uitbreekt in iemands huis en de man die het gaat blussen zijn oog werpt op het meubilair van de eigenaar van het huis en het (meubilair) steelt, dan zal die man in het brandend huis worden gegooid.
  26. Als een officier of een gewone soldaat/man een opdracht krijgt van de koning, en hij niet deze volbrengt maar een vervanger huurt en deze de opdracht laat vervullen in plaats van hem, dan zal de officier of de gewone soldaat/man ter dood worden gebracht, en zal de gehuurde vervanger het huis van de officier of de gewone soldaat/man krijgen.
  27. Als een officier of een gewone soldaat/man in een veldslag gevangen wordt genomen, en zijn akkers en tuinen worden daarna aan een andere man gegeven en deze maakt het zijn bezit-Als de oorspronkelijke eigenaar terugkeert en zijn woonplaats bereikt, dan zullen zijn akkers en tuinen aan hem worden teruggegeven en wordt het weer zijn bezit.1
  28. Als een officier of een gewone soldaat/man in een veldslag gevangen wordt genomen, en zijn zoon is in staat tot het aangaan van zijn vader's bezit, dan zullen zijn vader's akkers en tuinen aan hem worden gegeven, en zal hij zijn vader's bezit overnemen.1
  29. Als zijn zoon nog te jong is, en niet in staat is tot het aangaan van zijn vader's bezit, dan zal een-derde van de akkers en tuinen aan zijn moeder worden gegeven, en zij zal hem (de zoon) opvoeden.1
  30. Als een officier of een gewone soldaat/man zijn huis, tuinen en akkers verlaat en verhuurt, en iemand anders neemt bezit van zijn huis, tuinen en akkers en ze drie jaar gebruikt, en de oorspronkelijke eigenaar keert terug en eist zijn huis, tuinen en akkers op, dan zullen deze niet aan hem gegeven worden, maar aan hij die het tot zijn bezit heeft gemaakt.1
  31. Als hij zijn huis, tuinen en akkers voor een jaar verhuurt en terugkomt, dan zullen zijn huis, tuinen en akkers aan hem worden teruggegeven worden.1