De Génestet/Aan zee
Uiterlijk
← De protégé | De dichtwerken van P.A. de Génestet (1877) door P.A. de Génestet
VREEMDELINGEN II. Aan zee. |
In ’t bosch → |
Uitgegeven in Amsterdam door Gebroeders Kraay. |
II.
AAN ZEE.
Mooi visschersmeisje, roei
Uw bootje naar het land,
En zet u naast mij neer,
Uw handjen in mijn hand.
Uw bootje naar het land,
En zet u naast mij neer,
Uw handjen in mijn hand.
Vlij, aan mijn boezem, vlij
Uw kopje, rust in vreê,
Wees toch niet bang voor mij,
Gij zorgloos kind der zee!
Uw kopje, rust in vreê,
Wees toch niet bang voor mij,
Gij zorgloos kind der zee!
Mijn hart is als uw zee!
’t Heeft storm en ebbe en vloed;
Ook paarlen vindt gij, diep,
Maar diep in mijn gemoed.
’t Heeft storm en ebbe en vloed;
Ook paarlen vindt gij, diep,
Maar diep in mijn gemoed.