De Génestet/Het land
Uiterlijk
← Aan mijn vriend Mr. E. H. s’Jacob, naar Batavia vertrekkende | De dichtwerken van P.A. de Génestet (1877) door P.A. de Génestet | De volksdichter → |
Uitgegeven in Amsterdam door Gebroeders Kraay. |
HET LAND.
(Bladvalling)
Zijn fijnst sigaartje smaakt hem niet,
Zijn knappend vuurtje blaakt hem niet,
Zijn zoetlief meisje raakt hem niet,
Zijn vrienden, ô genaakt hem niet,
Zijn baardje zelfs vermaakt hem niet,
De stumpert heeft zoo’n groot verdriet....
En wat? – Nu juist, dat weet hij niet!
Zijn knappend vuurtje blaakt hem niet,
Zijn zoetlief meisje raakt hem niet,
Zijn vrienden, ô genaakt hem niet,
Zijn baardje zelfs vermaakt hem niet,
De stumpert heeft zoo’n groot verdriet....
En wat? – Nu juist, dat weet hij niet!